DEBIR90Y
Algemeen
Combinatie van drug-eluting bead chemo-embolisatie en radioembolisatie voor de behandeling van uitzaaiingen naar de lever van colorectaal carcinoom: DEBIR90Y studie
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Niet van toepassing
- Bij diagnose
-
- Colorectale kanker
In de hoop het groeiproces van de leveruitzaaiingen te vertragen, willen wij de veiligheid en de werkzaamheid van twee bestaande behandelingen combineren. Deze behandelingen zijn yttrium radioembolisatie en chemo-embolisatie (zie uitleg onder de kopjes ‘Wat is radioembolisatie’ en ‘Wat is chemo-embolisatie). Als u niet meedoet aan het onderzoek krijgt u de standaardzorg, namelijk chemotherapie via het infuus. Deze behandelingen zijn niet genezend, maar kunnen mogelijk wel de hoeveelheid kankerweefsel in de lever terugdringen. Het doel van dit onderzoek is het vinden van de optimale (veilige én effectieve) dosering van radioembolisatie in combinatie chemo-embolisatie. Wanneer deze optimale dosering gevonden wordt kan er vervolg onderzoek gedaan worden waar uitgebreid wordt gekeken naar de effectiviteit van deze behandeling.
Fase I dosis-escalatie studie.
- Onderzoeksgebied
- Diagnostiek, Therapeutisch, Veiligheid, Farmacokinetiek
- Soort onderzoek
- Interventie-onderzoek Een interventioneel onderzoek is een onderzoek waarin bij de deelnemers een interventie wordt uitgevoerd, zoals een nieuw geneesmiddel, om deze te beoordelen. Tijdens het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen worden geneesmiddelen beoordeeld door interventionele onderzoeken, ook bekend als klinische onderzoeken. Klinische onderzoeken kunnen op veel manieren worden opgezet, maar ze zijn doorgaans gerandomiseerd (deelnemers worden willekeurig ingedeeld in verschillende armen in het onderzoek) en gecontroleerd (het onderzoeksmiddel wordt aan de ene arm gegeven en de uitkomsten worden vergeleken met een andere behandeling of placebo gegeven in een andere arm). Dit worden gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken of RCT's ('randomised controlled trials') genoemd.
Onderzoekspopulatie
twee tot 18 volwassen patiënten met lever-dominante (en bilobair) geMetastase Metastase (of uitzaaiing) is de verspreiding van tumorcellen vanuit de oorspronkelijke locatie (de primaire locatie) naar een ander deel van het lichaam. Tumoren kunnen metastaseren (uitzaaien) door nabijgelegen weefsel binnen te dringen of door zich te verspreiden via de circulatie (bloed en lymfestelsel). erde colon carcinoom met een indicatie voor tweedelijnstherapie.
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
1. Schriftelijke informed consent.
2. ≥18 jaar oud met bewezen irresectabele colorectale leverMetastase
Metastase (of uitzaaiing) is de verspreiding van tumorcellen vanuit de oorspronkelijke locatie (de primaire locatie) naar een ander deel van het lichaam. Tumoren kunnen metastaseren (uitzaaien) door nabijgelegen weefsel binnen te dringen of door zich te verspreiden via de circulatie (bloed en lymfestelsel).
n.
3. Klinisch stabiele primaire tumor.
4. Bilobaire ziekte (om bias in toxiciteitsanalyse te voorkomen), irresectabele lever dominante mCRC (maximaal 2 lesies beperkt tot een extra-hepatische orgaan met een maximale diameter van 1 cm en maximaal 2 cm voor lymfeklieren), Met ziekte progressie na eerstelijns systeemtherapie.
5. Geschikt voor het ontvangen van tweedelijns chemotherapie op basis van irinotecan.
6. Meetbare (target) lever lesies op CT, volgens RECIST 1.1.
7. CT met contrast en FDG-PET-CT scans, maximaal 4 weken voor de eerste angiografie.
8. Tumor gehalte ≥ 5% en ≤ 50% van de totale lever volume.
9. De tijdsperiode tussen de startdatum van de laatste cyclus van de eerstelijns therapie (zonder irinotecan) en de startdatum van de tweedelijns therapie volgens het protocol bedroeg minstens 28 dagen.
10. Functioneringsscore volgens ECOG (Eastern Cooperative Oncology Group) 0-1.
11. Levensverwachting van ≥ 12 weeks.
12. Hematologische functie: WBC ≥ 3.0 x 10^9/L, trombocyten ≥ 100 x 10^9/L, ANC; 1.5 x 10^9/L, HB ; 5 mmol/L.
13. Adequate orgaan functie als volgt gemeten:
o GFR ≥ 35 ml/min.
o Serum transaminasen (AST; ALT) ≤ 5 x ULN.
o Total bilirubin ≤ 1 x ULN
o Albumin > 3 g/dL.
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
1. Hepatische encephalopathie in de voorgeschiedenis.
2. Contraindicatie voor angiografie.
3. bekende ernsige allergie of intolerantie voor contrastmiddelen die niet gecoupeerd kunnen worden met medicijnen.
4. Pulmonale insufficiëntie of klinisch evidente COPD.
5. Levercirrose of portale hypertensie
6. Eerdere lever-gerichte therapie (bijv. EBRT, chemo-embolisatie, radioembolisatie of segmentectomieen/radiofrequente ablaties van meer dan twee segmenten)
7. Behandeling met VEGF remmers binnen 28 dagen voor behandeling met Yttrium-90 glas microsferen.
8. (Behandelde) gecompromitteerde ampulla van Vater.
9. Klinisch evidente ascites (spoor ascites op beeldvorming wordt geaccepteerd), of een Child-Pugh score B/C.
10. Toxiciteitsklachten veroorzaakt door een eerdere kankertherapie die niet overgaan voor het start van de studie behandeling, indien de onderzoeker de veiligheid van de behandeling niet kan waarborgen.
11. Significante en levensbedreigende extra-hepatische ziekte, inclusief aanhoudende diarree of ernstige aanhoudende infecties (bijv. HIV-positieve patiënten of patiënten met acute HBV of HCV).
12. contra-indicatie voor de geplande tweedelijns chemotherapie behandeling.
13. Zwangerschap of het geven van borstvoeding.
14. Psychische aandoeningen die het onmogelijk maken voor de patient om een weloverwogen beslissing te maken, zoals psychose, hallucinaties en/of depressie.
15. Wilsonbekwame patiënten.
16. Deelname aan een andere therapeutische klinische onderzoek, korter dan 30 dagen voor start aan dit onderzoek.
17. Co-morbiditeiten of aandoeningen die de behandeling te riskant maken.
18. Contraindicaties voor TACE (bijv. porto-systemische shunt, vena porta trombose, hepatofugale flow, beperkte arteriele toegang door atherosclerose).
19. Contraindictatie voor irinotecan (bijv. gelijktijdige gebruik van st Janskruid).
De risico's verbonden aan participatie in deze studie bestaan voornamelijk uit de bijwerkingen van de twee gebruikte behandelingen, Het is ook mogelijk dat deze twee behandelingen elkaars bijwerkingen versterken. Daarnaast gaat het hier om een dosis-escalatie studie waarbij de maximaal getolereerde geabsorbeerde dosis onderzocht wordt, er zal dus ongetwijfeld dosis limiterende toxiciteit (DLT) optreden. Om onnodige DLT te voorkomen wordt er met een lage dosering begonnen en voorzichtig geëscaleerd. Een nadeel aan het gebruik van de microsferen en de drug-eluting beads is dat deze niet verwijderd kunnen worden. De meest belangrijke bijwerkingen van radioembolisatie en DEBIRI zijn: - Het post-embolisatie syndroom (bijwerking van radioembolisatie én drug-eluting beads), is een veel veelvoorkomende bijwerking van embolisaties waarbij er pijn, misselijkheid, braken en koorts optreden en in het bloed verhoogde leverenzymen gevonden worden. Het wordt over het algemeen goed verdragen en verdwijnen de klachten vaak binnen 24 uur. - Radioembolisation induced liver-disease (REILD): dit is een zeldzame (1-5%) maar ernstige en mogelijk levensbedreigende complicatie van radioembolisatie. Er treedt leverfalen op als gevolg van te veel schade aan het gezonde leverparenchym. De aangerichte schade is niet reversibel. Door verbeterde dosimetrie en planning van de behandeling wordt er gepoogd deze complicatie te voorkomen. Andere minder vaak voorkomende of klinisch minder significante bijwerkingen zijn te vinden bij vraag E9 en in paragraaf 6.4 en 7.4 van het protocol.
Toediening van escalerende doseringen van yttrium-90 microsferen gevolgd door DEBIRI in de leverslagaders (onder angiografie via een microkatheter).
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.