FUUT
Algemeen
De correlatie tussen concentraties van lichaamseigen DPD substraten en de farmacokinetiek en toxiciteit van patienten met colorectaal en pancreas kanker die behandeld worden met 5-fluorouracil.
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Niet van toepassing
- Bij diagnose
-
- Colorectale kanker
- Pancreaskanker
Primaire doel: Bepalen van de correlatie tussen de baseline endogene DPD substraten uracil en thymine en hun ratio's met hun metaboliet, DHU / U en DHT / T, met de farmacokinetiek van 5-FU bij patiënten met pancreas- of colonkanker behandeld met intraveneuze 5-FU-gebaseerde chemotherapie. Secundaire doelstellingen: - Bepalen van de mogelijke veranderingen in U-, DHU-, T- en DHT concentraties in de tijd tijdens de verlengde 5-FU-infusie - Om de DHU/U, DHT/T en DHFU/FU verhoudingen in de tijd te bepalen tijdens 5-FU-verlengde infusie - Vaststellen van een afkapconcentratie in een dagelijkse Nederlandse patiëntenpopulatie voor alle gemeten analyten, hun metabolieten en verhoudingen, waaronder 5-FU, DHFU, U, DHU, T en DHT - Bepalen welk effect het DPYD genotype heeft op de U, DHU, T en DHT concentraties en op de farmacokinetiek van 5-FU - Bepalen van de correlatie tussen ernstige ongewenste voorvallen of 5-FU-toxiciteit met AUC van 5-FU, DHU/U, DHT/T of DPD enzymactiviteit. - Bepalen van het effect van andere/nieuwe genetische polymorfismen op de farmacokinetiek van 5-FU (indien van toepassing). - Bepalen van de correlatie tussen de gemeten DPD enzymactiviteit en de DHU/U, DHT/T en DHFU/5-FU plasmaconcentratie ratio.
Prospectieve, niet-gerandomiseerde, farmacokinetische studie
- Onderzoeksgebied
- Veiligheid, Farmacokinetiek, Preventie
- Soort onderzoek
- Observationeel onderzoek In de epidemiologie en statistiek trekt een observationeel onderzoek conclusies over het mogelijke effect van een behandeling bij de deelnemers, waarbij de indeling van de deelnemers in een behandelgroep versus een controlegroep buiten de controle van de onderzoeker valt. In sommige gevallen zijn observationele onderzoeken echter de geschiktste opzet – bijvoorbeeld als de aandoening die wordt onderzocht, zeldzaam is. Daarbij zijn niet-interventionele observationele onderzoeken soms de enige ethische benadering. Als bijvoorbeeld het effect van een risicofactor in het milieu als asbest wordt onderzocht, zou het onethisch zijn deelnemers opzettelijk bloot te stellen aan die risicofactor. In een niet-interventioneel observationeel onderzoek worden geen aanvullende diagnostische of controleprocedures toegepast op de patiënten, en worden er epidemiologische methoden gebruikt voor de analyse van verzamelde gegevens (zoals volgens artikel 2(c) van 2001/20/EG).
Onderzoekspopulatie
Patiënten met pancreas- of colonkanker die zijn behandeld met 5-FU continue infusie volgens het FOLFOX, FOLFIRI of FOLFIRINOX behandelingsregime, met of zonder gerichte middelen zoals monoklonale antilichamen.
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
1) Patologisch geconfirmeerde maligniteit waarvoor behandeling met 5-FU is geïndiceerd in de vorm van FOLFOX, FOLFIRI of FOLFIRINOX behandelschema.
2) minimale labwaarden:
a. absolute neutrofielen aantal ≥ 1.5 x 10^9 /L
b. plaatjes aantal van ≥ 100 x 10^9 /L
c. leverfunctie uitgedrukt in bilirubine ≤ 1.5 x ULN (bovenste grens van normale range), ALAT en ASAT ≤ 2.5 x ULN; indien sprake van leverMetastase
Metastase (of uitzaaiing) is de verspreiding van tumorcellen vanuit de oorspronkelijke locatie (de primaire locatie) naar een ander deel van het lichaam. Tumoren kunnen metastaseren (uitzaaien) door nabijgelegen weefsel binnen te dringen of door zich te verspreiden via de circulatie (bloed en lymfestelsel).
s ALAT and ASAT ≤ 5 x ULN.
d. nierfunctie uitgedrukt in MDRD > 30ml/min
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
1. Patiënten met bekend middelenmisbruik, psychotische stoornissen en / of andere ziekten waarvan wordt verwacht dat ze de studie of de veiligheid van de patiënt beïnvloeden
2. Vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven
3. Patiënten bij wie de bolusinjectie wordt overgeslagen vanwege b.v. toxiciteit van het vorige chemotherapieschema.
Om de DPD-enzymactiviteit te bepalen, wordt een monster van 12 ml volbloed (2x 6 ml EDTA) afgenomen na het aanprikken van de port-a-cath. Omdat het aansluiten van de port-a-cath nodig is om de chemotherapie toe te dienen, is er geen extra venapunctie nodig. Op t = 0, voorafgaand aan het starten van de 5-FU-infusie, wordt 4 ml volbloed (EDTA-buis) verkregen met behulp van een venflon. Dit monster wordt gebruikt om de concentratie van uracil, DHU, T en DHT te bepalen. Tijdens de behandeling worden de monsters op t = 0,5 en 2 uur uit dezelfde venflon bepaald, zodat er slechts één punctie nodig is. Het monster op t = 44 uur wordt afgenomen uit de port-a-cath, op deze manier is geen venapunctie nodig. Op elk tijdstip tijdens de behandeling wordt 8 ml volbloed (2x 4 ml EDTA) afgenomen om de concentratie van uracil, DHU, T, DHT, 5-FU en DHFU te bepalen. Het risico van het afnemen van bloed uit een ader omvat ongemak op de prikplaats en mogelijke roodheid en zwelling rond de prikplaats. Aangezien de continue 5-FU-infusie routinematig in het ziekenhuis wordt toegediend, vereist de interventie geen extra of langdurige ziekenhuisbezoeken.
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.