HARBOR
Algemeen
Een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd fase 2/3-onderzoek naar BLU-263 bij indolente systemische mastocytose
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Fase 2/3
- Bij diagnose
-
- Systemische mastocytose
• Het bepalen van de RD van BLU-263 • Het beoordelen of de behandeling met BLU-263 betere resultaten oplevert vergeleken met placebo + BSC, zoals beoordeeld met de ISM-SAF • Het beoordelen van de langetermijn veiligheid en verdraagbaarheid van de behandeling met BLU-263 • Het beoordelen van de langetermijn werkzaamheid van de behandeling met BLU-263
Dit is een gerandomiseerd, Dubbelblind Dubbele blindering is een methode die wordt toegepast in klinische onderzoeken om het risico van vertekening te verlagen, wat bewust of onbewust kan optreden wanneer onderzoeksdeelnemers en/of onderzoekers weten welke deelnemers welke behandeling (of placebo) krijgen. In een onderzoek met één behandelgroep en één placebogroep betekent blindering bijvoorbeeld dat de deelnemers niet weten in welke groep ze zijn ingedeeld. In een dubbelblind onderzoek weten noch het onderzoeksteam noch de deelnemers in welke groep de deelnemer is ingedeeld. Soms wordt de term 'enkelblind' gebruikt om onderzoeken te beschrijven waarin de deelnemers niet weten in welke groep ze zijn ingedeeld maar het onderzoeksteam wel. , Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. gecontroleerd, fase 2/3-onderzoek waarin de werkzaamheid en veiligheid van BLU-263 + BSC wordt vergeleken met Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. + BSC, bij patiënten met ISM bij wie de symptomen niet voldoende onder controle zijn met BSC. In deel 1 wordt de RD van BLU-263 geïdentificeerd bij patiënten met ISM met een TSS van de ISM-SAF van ≥ 28. In deel 2 worden patiënten met ISM, ongeacht de TSS van de ISM-SAF, willekeurig toegewezen aan de RD van BLU-263 geïdentificeerd in deel 1 + BSC of aan overeenstemmende Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. + BSC. In deel M krijgen patiënten met mMCAS open-label de RD van BLU-263. In deel 3 nemen patiënten, die deel 1 of deel 2 van het onderzoek hebben afgerond, deel aan een langetermijn verlenging, waarbij ze open-label de RD van BLU-263 + BSC krijgen. Screening (alle delen) Na schriftelijke geïnformeerde toestemming worden patiënten tijdens de screeningsperiode beoordeeld op geschiktheid. TSS-geschiktheid voor deel 1 wordt bepaald door het gemiddelde van de dagelijkse ISM-SAF over een periode van 14 dagen. Patiënten die voldoen aan de drempel voor ernst van de symptomen vullen gedurende de screening en de deelname aan het onderzoek dagelijks de ISM-SAF in, zonder onderbrekingen, indien anders geschikt geacht. Nadat de geschiktheid van de ISM-SAF-symptomen in deel 1 is bevestigd, kunnen de overige screeningsbeoordelingen beginnen. Patiënten in deel 2 vullen tijdens de screening dagelijks de ISM-SAF in, om een baselinescore te bepalen, maar opname in het onderzoek is niet afhankelijk van een bepaalde TSS. Screeningsbeoordelingen kunnen beginnen na de geïnformeerde toestemming. Opmerking: C1D1 moet worden uitgesteld totdat een geldig 14-daags gemiddeld baseline-TSS is verkregen voor deel 1 en deel 2. De screening mag niet langer dan 8 weken (56 dagen) duren, behalve met schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. In deel 1 en deel 2 vindt de Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. plaats nadat patiënten in de screening geschikt worden geacht voor deelname. Deel 1 In deel 1 van het onderzoek worden ongeveer 40 beoordeelbare patiënten met ISM met een TSS van ≥ 28 evenredig gerandomiseerd (1:1:1:1-verhouding) naar 1 van 3 dosissen BLU-263 of naar Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. . Bovendien kan de inschrijving voor patiënten met serumtryptaseconcentraties van < 20 ng/ml worden beperkt tot ongeveer 20% in elk van de dosisgroepen en de Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. groep (maximaal 3 patiënten in elke groep). Elke dosisgroep en Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. groep in deel 1 bestaat uit 10 patiënten (ten minste 3 patiënten zonder gebruik van PPI/H2-remmer). De 3 dosissen (25 mg, 50 mg of 100 mg) BLU-263 en Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. worden parallel aan elkaar getest. Patiënten, het onderzoekspersoneel en de opdrachtgever zullen geblindeerd zijn voor de toegewezen behandeling. Geselecteerd personeel, dat voornamelijk werkt in de veiligheidsrapportage, klinische farmacologie en de onafhankelijke commissie voor gegevenscontrole (independent data monitoring committee, IDMC) is echter gedurende het hele onderzoek gedeblindeerd. BLU-263 wordt zonder onderbrekingen eenmaal daags (QD) oraal toegediend. Patiënten worden gedurende de eerste 4 weken wekelijks beoordeeld op veiligheid, laboratoriumwaarden en Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (Quality of Life, QoL) is een maat in de gezondheidseconomie. Het verwoordt het effect van factoren als symptomen, pijn, psychische gezondheid en welzijn op het leven van mensen. Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (Health-related quality of life, HRQoL) is een maat om uit te rekenen wat de behandeling waarschijnlijk voor gevolgen zal hebben voor het leven van patiënten. . Bij alle patiënten worden farmacokinetische monsters afgenomen. De farmacokinetische gegevens kunnen gedeblindeerd worden na afronding van intensieve PK-afnames (C1D1 en C1D15) bij alle patiënten. De ISM-SAF wordt dagelijks ingevuld. Na afronding van 12 weken behandeling wordt opnieuw een BM- en huidbiopsie gedaan voor MC-kwantificatie door het centraal pathologielaboratorium en kunnen huidfoto's (optioneel) worden gemaakt bij patiënten met mastocytose in de huid bij de baseline. De RD wordt bepaald op basis van de werkzaamheids-, veiligheids- en PK-gegevens op elk dosisniveau. Het belangrijkste werkzaamheidscriterium voor de selectie van de RD is de dosis BLU-263 die de maximale afname van de TSS oplevert, zoals beoordeeld aan de hand van de ISM-SAF in week 13 vergeleken met de baseline. Er wordt ook rekening gehouden met andere werkzaamheidsmaten (bijv. verandering in serumtryptase). Zodra de beoordelingen van week 13 zijn afgerond, gaan de patiënten door met de toegewezen behandeling en dosis tot de RD is bepaald, waarna alle patiënten in deel 1 worden gedeblindeerd en overstappen naar deel 3, waar ze BLU-263 op een open-label manier krijgen op de RD. Deel 2 In deel 2 van het onderzoek zullen ongeveer 303 patiënten met ISM worden ingeschreven (ten minste 204 beoordeelbare patiënten met een TSS van ≥ 28 en maximaal 99 patiënten met een TSS van < 28). Zodra de beoogde steekproefgrootte in deel 2 voor patiënten met een TSS van ≥ 28 is bereikt, kan de inschrijving van patiënten met een TSS van < 28 stoppen, zelfs als het aantal patiënten in de groep met een TSS van < 28 minder is dan 99. Patiënten worden willekeurig toegewezen aan respectievelijk de behandeling met de RD van BLU-263 + BSC of overeenstemmende Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. + BSC, met een 2:1-verhouding. Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. wordt gestratificeerd op basis van de TSS-score (< 28 en > 28) en centraal gemeten serumtryptaseconcentraties bij de screening (< 20 ng/ml vs. ≥ 20 ng/ml). Daarnaast wordt de inschrijving van patiënten met < 20 ng/ml serumtryptase begrensd op ongeveer 20% voor patiënten met een TSS van ≥ 28 en ongeveer 20% voor patiënten met een TSS van < 28. De dosis BLU-263 en Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. wordt zonder onderbrekingen, eenmaal daags, oraal toegediend. Patiënten worden elke 4 weken beoordeeld tot week 25 op veiligheid, laboratoriumwaarden en Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (Quality of Life, QoL) is een maat in de gezondheidseconomie. Het verwoordt het effect van factoren als symptomen, pijn, psychische gezondheid en welzijn op het leven van mensen. Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (Health-related quality of life, HRQoL) is een maat om uit te rekenen wat de behandeling waarschijnlijk voor gevolgen zal hebben voor het leven van patiënten. . Bij alle patiënten worden beperkte PK-monsters afgenomen. Bij patiënten met mastocytose in de huid die ervoor kiezen dit te doen, worden elke 12 weken huidfoto's gemaakt. De ISM-SAF moet dagelijks worden ingevuld. Na afronding van 24 weken behandeling wordt de ISM-SAF opnieuw ingevuld en wordt opnieuw een BM- en huidbiopsie gedaan voor MC-kwantificatie door het centraal pathologielaboratorium en kunnen huidfoto's (optioneel) worden gemaakt bij patiënten met mastocytose in de huid bij de baseline. Elke patiënt die de beoordelingen van week 25 afrondt stapt over naar de langetermijn verlenging in deel 3, om QD de RD van BLU-263 op een open-label manier te krijgen. De beoordelingen in week 25 zijn de baseline voor deel 3. Nadat alle patiënten in deel 2 zijn overgestapt naar deel 3, worden alle behandelingstoewijzingen van deel 2 gedeblindeerd. Dan wordt het primaire Eindpunt Het eindpunt van een klinisch onderzoek is een vooraf gedefinieerde gebeurtenis, bijvoorbeeld het optreden van een ziekte of een symptoom, of een specifieke laboratoriumuitslag. Zodra iemand het eindpunt bereikt, wordt hij/zij doorgaans uitgesloten van verder onderzoek in de studie. Eindpunten kunnen hard (objectief) of zacht (subjectief) zijn. In sommige gevallen kunnen ze worden vervangen door surrogaateindpunten. De eindpunten die in een onderzoek worden gebruikt, moeten worden gedefinieerd en gedocumenteerd als onderdeel van het onderzoeksprotocol. van het percentage patiënten met een afname van ≥ 30% van de TSS vanaf de baseline tot week 25 en andere werkzaamheidsEindpunt Het eindpunt van een klinisch onderzoek is een vooraf gedefinieerde gebeurtenis, bijvoorbeeld het optreden van een ziekte of een symptoom, of een specifieke laboratoriumuitslag. Zodra iemand het eindpunt bereikt, wordt hij/zij doorgaans uitgesloten van verder onderzoek in de studie. Eindpunten kunnen hard (objectief) of zacht (subjectief) zijn. In sommige gevallen kunnen ze worden vervangen door surrogaateindpunten. De eindpunten die in een onderzoek worden gebruikt, moeten worden gedefinieerd en gedocumenteerd als onderdeel van het onderzoeksprotocol. en geanalyseerd. Deel 3 Nadat alle patiënten in deel 1 dat deel hebben afgerond en de RD is bepaald of wanneer elke patiënt in deel 2 de onderzoeksbeoordelingen in week 25 heeft afgerond, zullen patiënten overstappen naar deel 3. Alle patiënten krijgen een open-label behandeling met de RD van BLU-263. In deel 3 hebben deel 1-patiënten die BLU-263 kregen elke 4 weken onderzoeksbezoeken tot week 25, en daarna elke 8 weken tot week 49. Na week 49 leggen patiënten elke 12 weken bezoeken af voor een totale behandelingsduur van maximaal 5 jaar, inclusief deel 1. Patiënten in deel 1 die Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. kregen, hebben wekelijkse bezoeken tot week 5 in deel 3, naar het oordeel van de onderzoeker. In deel 3 zullen patiënten die overstappen van deel 2 wekelijkse bezoeken afleggen tot week 5 en daarna hetzelfde schema volgen als patiënten in deel 1, volgens het SoA in tabel 3. Aanvullende ad hoc onderzoeksbezoeken kunnen plaatsvinden naar het klinisch oordeel van de onderzoeker. De ISM-SAF wordt dagelijks ingevuld voor patiënten in deel 1 en deel 2 en de beoordelingen van de Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (Quality of Life, QoL) is een maat in de gezondheidseconomie. Het verwoordt het effect van factoren als symptomen, pijn, psychische gezondheid en welzijn op het leven van mensen. Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (Health-related quality of life, HRQoL) is een maat om uit te rekenen wat de behandeling waarschijnlijk voor gevolgen zal hebben voor het leven van patiënten. worden uitgevoerd bij onderzoeksbezoeken tot week 49 van deel 3 of het einde van de behandeling (end of treatment, EOT), afhankelijk van wat zich het eerst voordoet. Bij patiënten die mastocytose in hun huid hadden of ontwikkelden tijdens deel 1 of deel 2, kunnen huidfoto's (optioneel) worden gemaakt bij de baseline van deel 3 (indien niet verkregen in de voorgaande 4 weken in deel 1 of deel 2) en op andere tijdpunten, zoals gespecificeerd in het SoA. Optionele BM- en huidbiopsieën worden 1 jaar na de biopsieën in week 13 van deel 1 of 1 jaar na de biopsieën in week 25 van deel 2 opnieuw afgenomen, voor MC-kwantificatie door het centraal pathologisch laboratorium. Voor patiënten die in deel 1 of deel 2 zijn toegewezen aan Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. , zullen de onderzoeksbeoordelingen aan het einde van deel 1 of deel 2, waaronder BM- en huidbiopsieën, dienen als een baselinebeoordeling voor deel 3. Deel M In deel M van het onderzoek krijgen ongeveer 20 patiënten met mMCAS open-label de RD van BLU-263 QD + BSC in een enkele groep. De dosis, formulering en toediening zullen hetzelfde zijn als beschreven voor deel 2. Dit deel heeft geen Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. groep. Beoordelingen worden verzameld volgens het schema van beoordelingen (schedule of assessments, SoA) voor deel M (tabel 4). Na afronding van 24 weken behandeling worden opnieuw BM-biopsieën afgenomen voor MC-kwantificatie door centrale pathologie. Patiënten gaan door met het langetermijn opvolgingsdeel van deel M. Optionele PK-groep(en) Twee optionele PK-groepen van maximaal 20 patiënten met ISM kunnen elk worden ingeschreven om de PK van BLU-263 beter te beoordelen. BLU-263 wordt oraal toegediend aan 50 mg QD bij patiënten die voorafgaand aan en/of parallel aan deel 1 zijn ingeschreven in de optionele PK-groep. BLU-263 zal QD oraal worden toegediend aan de RD en zal niet hoger zijn dan dosissen die eerder als veilig zijn beoordeeld, voor patiënten die voorafgaand aan deel 2 in de optionele PK-groep zijn ingeschreven. Patiënten die ingeschreven zijn in de optionele PK-groep(en) worden gedurende de eerste 4 weken wekelijks beoordeeld op veiligheid, laboratoriumwaarden en Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven (Quality of Life, QoL) is een maat in de gezondheidseconomie. Het verwoordt het effect van factoren als symptomen, pijn, psychische gezondheid en welzijn op het leven van mensen. Gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (Health-related quality of life, HRQoL) is een maat om uit te rekenen wat de behandeling waarschijnlijk voor gevolgen zal hebben voor het leven van patiënten. . Bij alle patiënten worden farmacokinetische monsters afgenomen. De ISM-SAF wordt dagelijks ingevuld. Na afronding van 12 weken behandeling wordt opnieuw een BM- en huidbiopsie gedaan (indien van toepassing) voor MC-kwantificatie door het centraal pathologielaboratorium en kunnen huidfoto's (optioneel) worden gemaakt bij patiënten met mastocytose in de huid bij de baseline. Einde van behandeling Patiënten kunnen BLU-263 maximaal 5 jaar blijven gebruiken (voor alle delen van het onderzoek), op voorwaarde dat niet aan de criteria voor stopzetting van het onderzoeksmiddel of het onderzoek wordt voldaan (paragraaf 7.4). Patiënten die stoppen met de behandeling met BLU-263 moeten een EOT-bezoek afleggen binnen 14 dagen na de laatste dosis onderzoeksmiddel.
Onderzoekspopulatie
Deel 1: ongeveer 40 volwassen patiënten met ISM en een totale symptoomscore (TSS) van ≥ 28 en daarnaast ≥ 1 symptoom op de huid- of GI-domeinen van het Indolent Systemic Mastocytosis-Symptom Assessment Form (ISM-SAF) bij de baseline, worden gelijk gerandomiseerd naar 4 groepen (3 dosisniveaus van BLU-263 en Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. ). Deel 2: er zullen ongeveer 303 patiënten met ISM worden ingeschreven (ongeveer 204 patiënten met een TSS van ≥ 28 en maximaal 99 patiënten met een TSS van < 28). Patiënten worden willekeurig toegewezen aan de behandeling met de RD van BLU-263 + BSC of overeenstemmende Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. + BSC, op basis van een 2:1-verhouding. Deel M: ongeveer 20 patiënten met mMCAS krijgen de RD van BLU-263. Optionele PK-groep(en): tot 40 patiënten in totaal (tot 20 patiënten in elke optionele PK-groep)
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
Alle patiënten:
• De patiënt moet een Eastern Cooperative Oncology Group performancestatus (ECOG PS) hebben van 0 tot 2
Patiënten in deel 1:
• Patiënten moeten matige tot ernstige symptomen hebben, gebaseerd op een minimum gemiddelde totale symptom score (TSS) van het ISM Symptom Assessment Form (ISM-SAF) gedurende de 14-daagse screeningsperiode.
Patiënten in deel 1 en 2:
• De patiënt heeft een bevestigde ISM-diagnose, bevestigd met centrale pathologische beoordeling van een BM-biopsie en centrale beoordeling van B- en C-bevindingen volgens de diagnostische criteria van de WHO (paragrafen 14.2 en 14.3). Een gearchiveerde biopsie kan worden gebruikt indien afgenomen in de afgelopen 12 maanden.
• De patiënt heeft geen adequate symptoomcontrole bereikt voor 1 of meer baselinesymptomen, zoals bepaald door de onderzoeker, na ten minste 2 van de volgende symptomatische behandelingen: H1-remmers, H2-remmers, protonpompremmers, leukotriënenremmers, cromolynnatrium, corticosteroïden of omalizumab.
• Patiënten moeten een BSC ondergaan voor ISM-symptoombeheer, die gedurende ten minste 14 dagen voorafgaand aan het begin van de screeningprocedures is gestabiliseerd.
• Als de patiënt corticosteroïden krijgt, moet de dosis ≤ 20 mg/dag prednison of equivalent zijn en moet de dosis stabiel zijn gedurende ≥ 14 dagen.
Patiënten in deel M:
• Patiënten moeten mMCAS hebben, bevestigd door centrale pathologische beoordeling van een BM-biopsie. Een gearchiveerde biopsie kan worden gebruikt indien afgenomen in de afgelopen 12 maanden.
• Patiënten moeten tryptase < 20 ng/ml hebben.
• Patiënten moeten KIT D816V in perifeer bloed (PB) of BM hebben en/of CD25+ mestcellen in BM hebben.
• Patiënten moeten symptomen hebben die overeenkomen met mestcelactivatie (ondanks BSC) in ten minste twee orgaansystemen, die gekenmerkt worden door cutane spoeling, tachycardie, syncope, hypotensie, diarree, misselijkheid, braken en gastro-intestinale krampen en serumbloedtryptaseconcentraties (sBT) hoger dan 8 ng/ml OF ernstige (Ring en Mesmere-gradering ≥ II [zie paragraaf 14.15]) herhaalde anafylaxie, inclusief maar niet beperkt tot hymenoptera venom, geneesmiddelen of voedsel, ongeacht de sBT-concentratie.
Patiënten in optionele PK groepen:
• Zie Inclusiecriteria
Inclusiecriteria zijn de kenmerken die potentiële deelnemers moeten hebben om in aanmerking te komen voor deelname aan een klinisch onderzoek. Ze beschrijven de criteria voor de patiëntenpopulatie en patiëntenselectie. De inclusiecriteria (en exclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed zijn gedefinieerd, vergroten de inclusie- en exclusiecriteria de kansen dat het onderzoek betrouwbare resultaten oplevert. Ook beschermen ze de deelnemers tegen letsel en minimaliseren ze de risico's.
voor ‘alle patienten’ en ‘patienten in groep 1 en 2’
• Naast de inclusie- en Exclusiecriteria
Exclusiecriteria zijn kenmerken die mensen uitsluiten van deelname aan een onderzoek. Exclusiecriteria kunnen bijvoorbeeld – afhankelijk van de eisen van het onderzoek – leeftijd, geslacht, type of stadium van de ziekte omvatten en de aan- of afwezigheid van andere medische aandoeningen. Exclusiecriteria (en inclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed worden gedefinieerd, vergroten exclusie- en inclusiecriteria de kansen dat een onderzoek betrouwbare resultaten oplevert.
voor alle patiënten (normale I/E) kan de opbouw van patiënten beperkt worden tot patiënten met specifieke ziektemanifestaties (d.w.z. GI-betrokkenheid) of die zuurverlagende middelen gebruiken, om de invloed van deze kenmerken op de PK beter te onderzoeken.
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
• De patiënt is gediagnosticeerd met een van de volgende WHO SM-subclassificaties: Alleen cutane mastocytose (d.w.z. zonder documentatie van systemische betrokkenheid), sluimerende systemische mastocytose (SSM), systemische mastocytose met een samenhangend hematologisch neoplasma van niet-MC-variant (SM-AHN), agressieve systemische mastocytose (ASM), mestcelleukemie (MCL), MC-sarcoom.
• De patiënt is gediagnosticeerd met een andere myeloproliferatieve aandoening.
• De patiënt heeft een van de volgende C-bevindingen van orgaanschade die toe te schrijven zijn aan SM.
• Patiënt heeft klinische significante, ongecontroleerde hart- en vaatziekten
• De patiënt heeft een QT-interval gecorrigeerd met behulp van de Fridericia-formule (QTcF) van > 480 msec. .
• De patiënt is eerder behandeld met gerichte KIT-remmers.
• De patiënt heeft een voorgeschiedenis van een primaire maligniteit die is gediagnosticeerd of waarvoor behandeling nodig was in de afgelopen 3 jaar. De volgende eerdere maligniteiten zijn geen exclusiecriterium: volledig gereseceerde basaalcel- en plaveiselcelhuidkanker, curatief behandelde gelokaliseerde prostaatkanker en volledig gereseceerd carcinoom in situ in welk gebied dan ook..
• De tijd sinds elke cytoreductieve behandeling, waaronder masitinib en midostaurin, moet ten minste 5 halfwaardetijden of 14 dagen zijn (afhankelijk van wat langer is), en voor cladribine, interferon-alfa, gepegyleerd interferon of antilichaamtherapie < 28 dagen of 5 halfwaardetijden van het geneesmiddel (afhankelijk van wat langer is), voorafgaand aan het begin van de screeningsbeoordelingen.
• De patiënt is bestraald of heeft een behandeling met psoraleen en ultraviolet A (PUVA) gekregen < 14 dagen voorafgaand aan het begin van de screeningsbeoordelingen
- zwanger of niet bereid zeer effectieve anticonceptiemethoden te gebruiken
Voor een volledig overzicht van alle Exclusiecriteria
Exclusiecriteria zijn kenmerken die mensen uitsluiten van deelname aan een onderzoek. Exclusiecriteria kunnen bijvoorbeeld – afhankelijk van de eisen van het onderzoek – leeftijd, geslacht, type of stadium van de ziekte omvatten en de aan- of afwezigheid van andere medische aandoeningen. Exclusiecriteria (en inclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed worden gedefinieerd, vergroten exclusie- en inclusiecriteria de kansen dat een onderzoek betrouwbare resultaten oplevert.
verwijzen we u graag naar pagina 67-70 van het protocol.
Op basis van onderzoeken bij dieren zijn de mogelijke bijwerkingen van BLU-263 bij mensen de volgende: • Laag aantal rode bloedcellen en witte bloedcellen • Verlies van cellen in organen die de immuunrespons van uw lichaam ondersteunen (bijv. beenmerg, lymfeklieren, milt enz.) • Gevolgen voor het mannelijke voortplantingssysteem, waaronder krimpen van de testikels en de prostaatklier • Gevolgen voor het vrouwelijke voortplantingssysteem, waaronder verhoogde slijmproductie in de vagina en bloeding in de eierstokken en baarmoeder • Bloeding in de hersenen en de hypofyse (een klier die belangrijk is bij het reguleren van de groei en ontwikkeling en het reguleren van andere klieren) • Vergroting van het hart • Clustervorming van een soort witte bloedcel in de longen • Een theoretisch risico op een afwijkende ontwikkeling van het embryo en de foetus als BLU263 wordt toegediend aan een zwangere vrouw. • Verhoogde gevoeligheid voor zonlicht. U moet kleding, zonnebrandcrème, een hoed en een zonnebril gebruiken om directe blootstelling aan de zon te vermijden tot het laatste onderzoeksbezoek. Bijwerkingen die u kunt hebben van de tests tijdens het onderzoek U kunt ook bijwerkingen hebben van de tests tijdens het onderzoek, zoals de volgende: • Bloedafname: bij bloedafname kunt u flauwvallen, blauwe plekken krijgen op de plaats waar de naald in de huid wordt ingebracht en in zeldzame gevallen een infectie. • Bloeddruk: de bloeddrukmanchet die wordt gebruikt om uw bloeddruk te meten, kan ongemak of een blauwe plek veroorzaken op uw bovenarm. • ECG: het ECG bestaat uit het plakken van plakkers op de huid. De huid kan wat rood worden of geïrriteerd raken als u reageert op de lijm. • CT-, MRI- en DXA-scans: er is een klein risico op het ontwikkelen van een allergische reactie op de stof die wordt geïnjecteerd als onderdeel van het scanproces. Deze stof is als een kleurstof waardoor bepaalde delen van het lichaam tijdens het scanproces beter zichtbaar zijn. • Biopsie (bot en huid): vaak voorkomende bijwerkingen van een biopsie zijn een kleine bloeding op het moment van de procedure, pijn op de plaats van de biopsie die behandeld kan worden met normale pijnmedicatie, en blauwe plekken. In zeldzame gevallen kan er infectie optreden. • Beenmergpunctie: op het moment dat het beenmerg met een holle naald wordt opgezogen, kunt u een kort een intense pijn voelen. Onbekende risico's voor het ongeboren en pasgeboren kind.
In deel 1 van de studie zullen ongeveer 40 patiënten met ISM met TSS ≥ 28 gelijkelijk worden gerandomiseerd (1:1:1:1 ratio) naar 1 van de 3 doses BLU-263 +BSC of naar Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. +BSC. In deel 2 van de studie zullen ongeveer 303 patiënten met ISM worden opgenomen (ongeveer 204 patiënten met TSS ≥ 28 en maximaal 99 patiënten met TSS < 28). Patiënten zullen willekeurig worden toegewezen aan behandeling op basis van een verhouding van 2: 1 om respectievelijk de RD van BLU-263 + BSC of overeenkomende Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. + BSC te ontvangen. Nadat alle patiënten van deel 1 deel 1 hebben voltooid en de RD is bepaald of wanneer elke patiënt in deel 2 hun studiebeoordelingen van week 25 voltooit, gaan patiënten over naar deel 3. Alle patiënten komen in aanmerking voor een open-labelbehandeling met de RD van BLU-263. In deel 3 krijgen patiënten die BLU-263 in deel 1 of 2 hebben gekregen, elke 4 weken een studiebezoek tot week 25, daarna elke 8 weken tot week 49. Na week 49 krijgen patiënten elke 12 weken een bezoek voor een totale behandelingsduur. van maximaal 5 jaar, inclusief deel 1 of deel 2, al naargelang van toepassing. Patiënten die tijdens deel 1 of deel 2 aan Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. zijn toegewezen en die BLU-263 voor de eerste keer in deel 3 starten, kunnen naar goeddunken van de onderzoeker wekelijkse bezoeken krijgen tot week 5 en zullen dan hetzelfde schema volgen in deel 3 dat patiënten die BLU-263 in deel 1 of deel 2 volgt volgens SoA In deel M van de studie (verkennend) zullen ongeveer 20 patiënten met mMCAS open-label BLU-263 QD krijgen. Dosis, formulering en toediening zullen hetzelfde zijn als hierboven beschreven voor deel 2, maar zullen geen Placebo In klinische onderzoeken is een placebo een geneesmiddel zonder werkzame bestanddelen. Placebo's hebben geen bekende medische effecten. Het 'placebo-effect' is een gunstig effect of bijwerking ervaren door patiënten die een placebo innemen ondanks het feit dat het geen geneesmiddel betreft. -arm bevatten. Patiënten met systemische mastocytose kunnen gastro-intestinale ontsteking hebben en/of gelijktijdig medicijnen gebruiken die de absorptie van BLU-263 kunnen beïnvloeden, waarvoor meer specifieke begeleiding nodig is om de dosering te optimaliseren. Optionele PK-groep(en) is/zijn daarom inbegrepen. Een optionele PK-groep van maximaal 20 patiënten kan voorafgaand aan en/of parallel aan Deel 1 worden ingeschreven. Een extra PK-groep van maximaal 20 patiënten kan ook voorafgaand aan Deel 2 worden ingeschreven. Optionele PK-groep(en) ontvangen BLU-263 op een open label-manier. Patiënten die zijn ingeschreven in een optionele PK-groep voorafgaand aan en/of parallel aan Deel 1 zullen BLU-263 50 mg QD ontvangen. Voor patiënten die vóór deel 2 in een optionele PK-groep waren ingeschreven, zal BLU-263 oraal worden toegediend, QD bij de RD en de doses waarvan eerder als veilig werd vastgesteld, niet overschrijden.
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.