STELLAR
Algemeen
Een fase II/III studie met intermitterend, hoge dosis sunitinib bij patiënten met een recidief glioblastoma multiforme
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Fase 2/3
- Bij diagnose
-
- Glioblastoom multiforme
- Deelnemende ziekenhuizen
-
-
Universitair Medisch Centrum Groningen
-
Het doel van dit onderzoek is om de effectiviteit van de behandeling met intermitterend, hoge dosis sunitinib (één keer per 2 weken) te bestuderen bij patiënten met recidief glioblastoom. Hierbij zal de werking van sunitinib worden vergeleken met de werking lomustine, dat momenteel als standaard tweedelijns behandeling wordt gebruikt bij patiënten met een recidief GBM. Tijdens en na de behandeling besteden we extra aandacht aan de veiligheid, toxiciteit en de bijwerkingen die kunnen optreden. Tot slot onderzoeken wij het effect van de behandeling op de kwaliteit van leven bij deze patiënten en hun partners, door middel van vragenlijsten die hier speciaal voor zijn ontwikkeld.
Het betreft een multicenter, open-label, fase II/III studie in het VUmc, UMCG en Radboud UMC voor patiënten met een recidief GBM. Via Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. (1:1) zullen de patiënten worden verdeeld over twee behandelgroepen. Patiënten in de experimentele arm zullen behandeld worden met sunitinib, 700 mg 1x/2 weken. Patiënten in de controlegroep worden behandeld met lomustine, 110 mg/m2, 1x per zes weken. Om aan te kunnen tonen dat sunitinib een verbetering in progressie-vrije overleving geeft met 3 maanden, zijn in totaal 100 patiënten (50 per arm) nodig. Response evaluatie vindt elke 6 weken plaats middels een MRI van de hersenen volgens een uniform protocol. Gedurende de behandeling zullen patiënten nauwkeurig worden onderzocht op bijwerkingen en zal elke 6 weken gevraagd worden aan de patiënten en hun partners om twee ‘kwaliteit-van-leven’ vragenlijsten in te vullen. De behandeling gaat door tot aan progressie of onacceptabele toxiciteit.
- Onderzoeksgebied
- Therapeutisch, Veiligheid, Anders, Farmacokinetiek
- Soort onderzoek
- Interventie-onderzoek Een interventioneel onderzoek is een onderzoek waarin bij de deelnemers een interventie wordt uitgevoerd, zoals een nieuw geneesmiddel, om deze te beoordelen. Tijdens het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen worden geneesmiddelen beoordeeld door interventionele onderzoeken, ook bekend als klinische onderzoeken. Klinische onderzoeken kunnen op veel manieren worden opgezet, maar ze zijn doorgaans gerandomiseerd (deelnemers worden willekeurig ingedeeld in verschillende armen in het onderzoek) en gecontroleerd (het onderzoeksmiddel wordt aan de ene arm gegeven en de uitkomsten worden vergeleken met een andere behandeling of placebo gegeven in een andere arm). Dit worden gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken of RCT's ('randomised controlled trials') genoemd.
Onderzoekspopulatie
Volwassen patiënten met een recidief glioblastoma multiforme.
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
1. Ingevuld Informed Consent formulier voorzien van handtekening en datum.
2. Histologisch bevestigd primair of secundair glioblastoom met eerste progressie, minimaal 3 maanden na radiotherapie.
3. Niet meer dan één lijn chemotherapie (concomitant en adjuvant temozolomide). Chemotherapeutische behandeling is minimaal 4 weken vooraf aan Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
afgerond.
4. Patiënten mogen een operatie hebben ondergaan voor het recidief. Indien geopereerd, zijn restlaesies of meetbare ziekte niet noodzakelijk na resectie, maar dient de operatie wel het recidief te hebben bevestigd.
5. Geen radiotherapie, stereotactische bestraling of brachytherapie als behandeling voor recidief.
6. Patiënten moeten een Karnofsky score van ≥ 70% hebben.
7. Patienten dienen adequate beenmerg-, nier- en leverfuncties te hebben. Dit wordt binnen 7 dagen voor de start van onderzoeksbehandeling bepaald:
a. Hemoglobine ≥ 7.0 mmol/L
b. Neutrofielen ≥ 1.5 x 109/L
c. Thrombocyten ≥ 100 x 109/L
d. ALAT en ASAT ≤ 2.5 x ULN
e. Serum creatinine eGFR ≥ 50 ml/min
f. Albumine ≥ 25 g/L
8. Leeftijd ≥ 18 jaar
9. Fertiele mannelijke en vrouwelijke patiënten moeten anticonceptiemiddelen gebruiken gedurende en drie maanden na het staken van studiemedicatie.
10. Patiënten moeten orale medicatie kunnen slikken.
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
1. Aanwijzingen voor significante onbehandelde ziektes, zoals cardiovasculaire aandoeningen (inclusief beroerte, NYHAC klasse III of IV hartziekten, myocardinfarct in de afgelopen 6 maanden, instabiele arythmieën, klinisch relevante hartkleplijden en instabiele angina pectoris); zenuwstelsel aandoeningen, longaandoeningen (inclusief obstruerende long aandoeningen of een voorgeschiedenis met symptomatische bronchospasmes), nierziekten, hepatische, endocriene en gastro-intestinale aandoeningen; of een serieuze, slecht-/niet-genezende wond of fractuur.
2. Patiënten met een eerder behandelde (< 5 jaar) of tweede maligniteit.
3. Eerdere radiotherapie van het abdomen of de longen of meer dan 3 vertebrae. (Minder dan 3 vertebrae wordt als een klein bestralingsveld gezien, waarbij inclusie op individuele basis door de PI wordt besloten.)
4. Hypertensie ondanks adequate behandeling met anti-hypertensiva. De bloeddruk moet ≤ 160/95 mmHg te zijn bij screening bij een stabiele anti-hypertensieve behandeling. Bloeddruk moet stabiel zijn bij tenminste twee aparte metingen.
5. Bekende actieve bacteriële, virale, mycotische, mycobacteriële of andere infecties (inclusief HIV en atypische mycobacteriële ziektes, maar exclusief schimmelinfecties van het nagelbed).
6. Initiële MRI-scan van de hersenen die intratumorale bloeding(en) laat zien, behalve stabiele post-operatieve graad I bloedingen.
7. Bekende overgevoeligheid voor sunitinib of zijn afbraakproducten.
8. Aanwezigheid van een neurologische of psychiatrische aandoening die de compliance van de patiënt kan beïnvloeden.
9. Gebruik van orale of parenterale anticoagulantia of thrombolytica voor therapeutische (in tegenstelling tot profylactische) doeleinden.
10. Gebruik van sterke leverenzym-inducerende anti-epileptica, zoals carbamazepine, fenobarbital en fenytoïne. Indien een patiënt één of meer van deze specifieke anti-epileptica gebruikt, dient deze voor start van de studiebehandeling omgezet te worden naar een anti-epilepticum dat geen interactie heeft met cytochroom P450 (CYP450), zoals levetiracetam.
10. Drugs of alcohol abusus.
11. Zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.
12. Aanwijzingen voor een ziekte of aandoening die invloed kan hebben op de compliantie met het protocol of op de interpretatie van onderzoeksresultaten of waardoor de patiënt een verhoogd risico heeft op behandelcomplicaties.
13. Indien patiënt niet bereid is om zich te houden aan de studie- en follow-up procedures.
14. Klinisch relevante voorgeschiedenis met leverziekten, inclusief virale of andere hepatitiden, huidige alcoholabusus of cirrose.
De meest voorkomende bijwerkingen van sunitinib (vastgesteld bij minstens 10% van de patiënten) in klinische studies waren hoge bloeddruk, vermoeidheid, diarree, misselijkheid, braken, ontsteking van het mondslijmvlies, haarveranderingen, huidveranderingen (gelige verkleuring, rode huiduitslag, hand-voet huidreactie), ontsteking van de slokdarm of maagwand, smaakverandering en verlies van eetlust.
Patiënten in de experimentele arm zullen behandeld worden met sunitinib, 700 mg oraal, 1x per 2 weken. Patiënten in de controlegroep worden behandeld met lomustine, 110 mg/m2 oraal, 1x per zes weken.
Het getoonde overzicht van studielocaties is (nog) niet compleet. Check met uw arts of deze studie ook nog ergens anders loopt.
-
Universitair Medisch Centrum Groningen
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.