SunRISe-3 (17000139BLC3002)
Algemeen
Een fase 3, open-label, multicentrisch, gerandomiseerd onderzoek ter evaluatie van de werkzaamheid en veiligheid van TAR-200 in combinatie met cetrelimab versus intravesicale bacillus calmette-guérin (BCG) bij deelnemers met BCG-naïeve niet-spierinvasieve blaaskanker met hoog risico (HR-NMIBC)
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Fase 3
- Bij diagnose
-
- Blaaskanker
Het doel van deze studie is om de gebeurtenisvrije overleving (EFS) te vergelijken bij deelnemers met Bacillus Calmette-Guerin (BCG)-naïeve hoogrisico niet-spierinvasieve blaaskanker (HR-NMIBC), inclusief hoogwaardige papillaire Ta, elke T1 of carcinoma in situ (CIS), behandeld met TAR-200 in combinatie met cetrelimab versus intravesicale BCG. De secundaire doelstellingen zijn: * BCG-naïeve CIS-patiënten (Groep A versus Groep B): vergelijking van het totale percentage volledige respons (CR) en de duur van CR * BCG-naïeve HR-NMIBC hooggradige papillaire Ta of andy T1-patiënten (Groep A versus Groep B): vergelijking van recidiefvrije overleving (RFS) * vergelijking van de volgende parameters bij deelnemers met BCG-naïeve HR-NMIBC, hoogwaardige papillaire Ta of een T1 of CIS (groep A versus groep B): - Tijd tot progressie - totale overleving - Kankerspecifieke overleving - veiligheid en verdraagbaarheid - gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
Een open-label, gerandomiseerd onderzoek naar de werkzaamheid en veiligheid van TAR-200 in combinatie met Cetrelimab versus intravesicale Bacillus Calmette-Guérin (BCG) bij deelnemers met BCG-naïeve risicovolle niet-spierinvasieve blaaskanker. Behandelingsgroep A: TAR-200 + Cetrelimab. Behandelingsgroep B: Bacillus Calmette-Guerin (BCG) Vesicultuur.
Onderzoekspopulatie
Het onderzoek zal worden uitgevoerd bij volwassen (18 jaar en ouder) patiënten met BCG-naïeve niet-spierinvasieve blaaskanker met hoog risico. Zie rubriek D4/D5 voor de belangrijkste inclusie-/Uitsluitingscriteria Uitsluitingscriteria of exclusiecriteria zijn kenmerken die mensen uitsluiten van deelname aan een onderzoek. Exclusiecriteria kunnen bijvoorbeeld – afhankelijk van de eisen van het onderzoek – leeftijd, geslacht, type of stadium van de ziekte omvatten en de aan- of afwezigheid van andere medische aandoeningen. Exclusiecriteria (en inclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed worden gedefinieerd, vergroten exclusie- en inclusiecriteria de kansen dat een onderzoek betrouwbare resultaten oplevert. .
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
Inclusiecriteria
Inclusiecriteria zijn de kenmerken die potentiële deelnemers moeten hebben om in aanmerking te komen voor deelname aan een klinisch onderzoek. Ze beschrijven de criteria voor de patiëntenpopulatie en patiëntenselectie. De inclusiecriteria (en exclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed zijn gedefinieerd, vergroten de inclusie- en exclusiecriteria de kansen dat het onderzoek betrouwbare resultaten oplevert. Ook beschermen ze de deelnemers tegen letsel en minimaliseren ze de risico's.
:
- Histologisch bevestigde initiële diagnose (binnen 90 dagen na de eerste ondertekende geïnformeerde toestemming) van niet-spierinvasieve blaaskanker met hog risico (HR-NMIBC) (hooggradige Ta, elke T1 of carcinoma in-situ [CIS]), bij deelnemers die Bacillus Calmette Guérin (BCG)-naïef zijn. Gemengde histologietumoren zijn toegestaan indien urotheliale differentiatie (transitionele celhistologie) overheerst. De aanwezigheid van neuro-endocriene, micropapillaire, zegelringcel-, plasmacytoïde of sarcomatoïde kenmerken maakt een deelnemer echter ongeschikt
- BCG-naïeve (deelnemers die niet eerder intravesicaal BCG hebben gekregen of die eerder BCG hebben gekregen maar daarmee zijn gestopt meer dan 3 jaar voor de datum van Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
) komen in aanmerking
- Alle zichtbare papillaire aandoeningen moeten vóór de datum van Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
volledig zijn weggesneden (afwezig) en bij de cystoscopie aan de baseline zijn gedocumenteerd
- Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) performantiestatusscore van graad 0, 1 of 2
- Alle bijwerkingen geassocieerd met eerdere chirurgie en/of intravesicale therapie moeten opgelost zijn tot CTCAE versie 5.0 graad < 2 voorafgaand aan de datum van Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
.
- Deelnemers moeten bereid zijn alle onderzoeksprocedures te ondergaan
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
Exclusiecriteria
Exclusiecriteria zijn kenmerken die mensen uitsluiten van deelname aan een onderzoek. Exclusiecriteria kunnen bijvoorbeeld – afhankelijk van de eisen van het onderzoek – leeftijd, geslacht, type of stadium van de ziekte omvatten en de aan- of afwezigheid van andere medische aandoeningen. Exclusiecriteria (en inclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed worden gedefinieerd, vergroten exclusie- en inclusiecriteria de kansen dat een onderzoek betrouwbare resultaten oplevert.
:
- Histologisch bevestigd, spierinvasief, lokaal gevorderd, niet-resectabel, of metastatisch urotheliaal carcinoom (d.w.z. ≥T2).
- Er mag geen sprake zijn van urotheliaal carcinoom of histologische variant buiten de urineblaas (d.w.z. urethra, urineleider of nierbekken). Ta/elke T1/CIS van de bovenste urinewegen (inclusief nierbekken en urineleider) is toelaatbaar indien meer dan 24 maanden voor de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
behandeld met een volledige nefro-ureterectomie
- Aanwezigheid van een blaas- of urethrale anatomische eigenschap (bijv. urethrale strictuur) die, naar de mening van de onderzoeker, een veilige inbrenging, verblijf, verwijdering van TAR-200 of toediening van intravesicale BCG kan verhinderen. Deelnemers met tumoren aan de prostaaturethra bij mannen zullen worden uitgesloten
- Een voorgeschiedenis van klinisch significante polyurie met een geregistreerd 24-uurs urinevolume van meer dan 4000 mililiter (ml)
- Inwendige katheters zijn niet toegestaan; intermitterende katheterisatie is echter aanvaardbaar
Mogelijke ongemakken, bijwerkingen en risico's in verband met cetrelimab Zeer vaak (treedt op bij meer dan 1 op de 10 gebruikers): • Lichamelijke zwakte en krachtverlies • Zich moe of zwak voelen • Kortademigheid • Hoesten • Diarree • Misselijkheid • Braken • Verminderde eetlust • Koorts • Pijn op bepaalde plaatsen zoals in de spieren, botten, rug, maag of gewrichten • Huiduitslag, droge of rode huid, jeuk • Toename van de leverenzymen in het bloed • Veranderingen van de concentraties in het bloed van elektrolyten (zoals natrium of kalium), enzymen (zoals amylase of lipase) of metabolieten (zoals creatinine) • Allergische reactie of reactie op de infusie met geneesmiddel die koorts, koude rillingen of uitslag kan veroorzaken Veel voorkomende bijwerkingen die tot nu toe zijn waargenomen in de eerste klinische studie van fase 1b met TAR-200 bij MIBC (spierinvasieve blaaskanker) bij 23 deelnemers aan de studie: • Zeer vaak (kan meer dan 10% van de tijd voorkomen): Pollakiurie (veelvuldig urineren overdag) • Vaak (kan minder dan 10% van de tijd voorkomen): Drang om te plassen, urineweginfectie, urine-incontinentie Mogelijke ongemakken, bijwerkingen en risico's in verband met gemcitabine Gemcitabine-chemotherapie kan gepaard gaan met een aantal bijwerkingen, die na de behandeling kunnen aanhouden. Die omvatten onder andere: • Misselijkheid en braken • Griepachtige symptomen • Uitslag • Laag aantal bloedcellen, wat kan leiden tot vermoeidheid, gemakkelijk blauwe plekken krijgen of bloeden, of een verhoogd risico op infectie • Haaruitval • Constipatie • Zweertjes in de mond • Spierzwakte • Gevoelloosheid en tintelend gevoel Mogelijke ongemakken, bijwerkingen en risico's in verband met BCG Zeer waarschijnlijk (meer dan 10% - 1 op de 10 patiënten): • Brandend gevoel of pijn bij het plassen • Het gevoel vaak te moeten plassen of vaak kleine beetjes te plassen • Griepachtig syndroom van vermoeidheid, gewrichts- of spierpijn, koude rillingen en koorts van minder dan 38 °C • Bloed in de urine • Koorts Risico’s en ongemakken gerelateerd aan bloedafnames, blaasbiopsies/TURBT, blaaskatheter, cystocopieprocedure, radiologische scans en stralingsrisico.
Behandelingsgroep A: intravesicale TAR-200 + intraveneuze Cetrelimab. Bezoeken voor behandeling vinden om de 3 weken plaats gedurende de eerste 51 weken, daarna om de 12 weken tot en met week 96. Behandelingsgroep B: Bacillus Calmette-Guerin (BCG) Vesicultuur. Deelnemers krijgen gedurende 6 weken eenmaal per week intravesicale BCG (inductie) en daarna eenmaal per week gedurende 3 weken vanaf week 12, 24, 48, 72 en 96 (onderhoud).
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.