Talquetamab
Algemeen
Een fase 1/2, eerste-in-mens, open-label, dosisescalatie onderzoek met Talquetamab, een gehumaniseerd GPRC5D x CD3 bispecifiek antilichaam, in patiënten met een recidiverend of refractair multipel myeloom
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Fase 1/2
- Bij diagnose
-
- Multipel myeloom
Primair: • Deel 1 (dosisescalatie): Bepaling van de veiligheid van JNJ-64407564 en aanbeveling voor de Fase 2 dosis/doses en schema • Deel 2 (dosisuitbreiding): Verdere bepaling van de veiligheid van JNJ 64407564 wat betreft de aanbevolen dosis/doses voor Fase 2 (RP2Ds) • Deel 3 (phase 2): Evalueren van de werkzaamheid van talquetamab bij de RP2D Secundair (deel 1 en 2): • Bepaling van de farmacokinetiek en farmacodynamiek van JNJ-64407564 • Beoordeling van de immunogeniciteit van JNJ-64407564 • Evaluatie van de voorlopige antitumoractiviteit van JNJ-64407564 bij de RP2D(s) in Deel 2 Secundair (3): • verder evalueren van de werkzaamheid van talquetamab bij de RP2D • evalueren van MRD bij de RP2D • om de veiligheid en tolerabiliteit van talquetamab verder te evalueren bij de RP2D • in kaart brengen van PK van talquetamab bij de RP2D • immunogeniciteit van talquetamab beoordelen • vragenlijsten na de behandeling met talquetamab beoordelen • evalueren van de werkzaamheid van talquetamab in hoog risico moleculaire subgroepen
Dit is een eerste-in-mens, fase 1/2, open-label, multicenter studie waarbij JNJ-64407564 gegeven wordt aan volwassen patiënten met een recidiverend of refractair multipel myeloom. De studie zal in drie delen worden uitgevoerd: dosissescalatie (deel 1), dosisuitbreiding (deel 2) en werkzaamheid (deel 3). Het algemene doel van de studie is om de veiligheid en voorlopige antitumoractiviteit van JNJ-64407564 te onderzoeken. De veiligheid zal worden gecontroleerd door het veiligheidsevaluatie team (‘safety evaluation team’ [SET]). Deel 1 (dosisescalatie) zal beginnen bij de startdosis, gebaseerd op het minimaal verwachte niveau voor biologisch effect (‘minimum anticipated biologic effect level’ [MABEL]). De daaropvolgende niveaus van doses zullen worden geselecteerd op basis van een statistisch model en het gebruik van alle beschikbare data om een of meerdere veronderstelde RP2D(s), gedefinieerd als de dosis/doses en schema(s) van JNJ-64407564 voor de characterisatie in Deel 2, te identificeren. De studie is gestart met een tweewekelijks dosissschema. Een wekelijks dosisschema wordt opgesteld door de sponsor na beoordeling van veiligheids- en farmacokinetische gegevens van het tweewekelijkse dosissschema, wanneer hieruit blijkt dat de geïncludeerde deelnemers onvoldoende zijn blootgesteld aan JNJ-64407564 na dag 8 na de eerste dosis. Het maximale aantal deelnemers dat mee kan doen aan deze studie bedraagt ongeveer 80 patiënten. Het werkelijke aantal deelnemers dat behandeld zal worden, zal afhangen van het aantal onderzochte dosisniveaus en het aantal deelnemers dat op elk dosisniveau geïncludeerd is. Tweewekelijks dosiscohort: De dosisescalatie begon met een startdosis van 0,5 μg/kg en de daaropvolgende dosisniveaus werden geselecteerd op basis van een statistisch model en alle beschikbare gegevens om veilige en verdraagbare veronderstelde RP2D(s) te identificeren. Wekelijkse dosiscohort: De dosisescalatie zal beginnen bij het niveau van de startdosis waarvan reeds is vastgesteld dat het veilig is voor tweewekelijkse toediening tijdens de versnelde fase van dosisescalatie. De daaropvolgende dosisniveaus zullen worden geselecteerd op basis van een statistisch model en alle beschikbare gegevens om veilige en verdraagbare veronderstelde RP2D(s) te identificeren. Toevoeging 1 APRIL 2019: Met amendement 8 wordt een 2x per week schema geintroduceerd: De eerste dosis zal beginnen op een dosissniveau waarvan tijdens de dosisescalatie voor de wekelijkse toediening is vastgesteld dat deze veilig is. JNJ-64407564 zal op dag 1, 4, 8, 11, 15 en 18 worden gegeven in elke 21-daagse cyclus. Een minimuminterval van 48 (Subcutane toediening) of 36 uur (IV toediening) uur na de eerste en de tweede dosis per patiënt is vereist. De sponsor zal de potentiële deelnemers als zodanig includeren, dat deze periode van 48/36 uur op de plaats van toediening wordt gehandhaafd. Initiële dosis(doses) zullen worden toegediend in de ziekenhuisomgeving om continue veiligheidsbewaking en farmacokinetische beoordelingen mogelijk te maken. De daaropvolgende doses zullen worden toegediend in een poliklinische setting. In deel 2 (dosisuitbreiding) zullen de geïncludeerde deelnemers worden behandeld met de veronderstelde RP2D(s) voor JNJ-64407564 die bepaald zijn in Deel 1. Ongeveer 20 patiënten kunnen bij elk van de veronderstelde RP2D(s) worden behandeld om veiligheid en voorlopige antitumoractiviteit verder te bepalen. De status van de ziekte zal worden geëvalueerd volgens de consensusaanbevelingen van de International Myeloma Working Group (IMWG) voor de responscriteria voor de behandeling van multipel myeloom. Geïncludeerde deelnemers zullen het studiegeneesmiddel toegediend krijgen totdat er progressie van de ziekte optreedt, onaanvaardbare toxiciteit, intrekking van de toestemming, anders noodzakelijk geacht door de onderzoeker of de sponsor of het einde van de studie. Het einde van de studie wordt gedefinieerd als de laatste beoordeling voor de laatste patient die deelneemt aan de studie. Toevoeging 08OCT2020: Recruitering voor deel 3 zal beginnen nadat er ongeveer 20 patiënten behandeld zijn met SC talquetamab bij 405 μg/kg voor minstens 1 kuur. De sponsor mag ook beslissen dat extra patiënten nodig zijn om de veiligheid verder te evalueren alvorens te starten met deel 3.
- Onderzoeksgebied
- Diagnostiek, Therapeutisch, Veiligheid, Anders, Farmacokinetiek
- Soort onderzoek
- Interventie-onderzoek Een interventioneel onderzoek is een onderzoek waarin bij de deelnemers een interventie wordt uitgevoerd, zoals een nieuw geneesmiddel, om deze te beoordelen. Tijdens het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen worden geneesmiddelen beoordeeld door interventionele onderzoeken, ook bekend als klinische onderzoeken. Klinische onderzoeken kunnen op veel manieren worden opgezet, maar ze zijn doorgaans gerandomiseerd (deelnemers worden willekeurig ingedeeld in verschillende armen in het onderzoek) en gecontroleerd (het onderzoeksmiddel wordt aan de ene arm gegeven en de uitkomsten worden vergeleken met een andere behandeling of placebo gegeven in een andere arm). Dit worden gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken of RCT's ('randomised controlled trials') genoemd.
Onderzoekspopulatie
In aanmerking komend In aanmerking komen met betrekking tot de ontwikkeling van geneesmiddelen verwijst doorgaans naar de eisen waaraan deelnemers moeten voldoen om te kunnen worden geselecteerd voor deelname aan een klinisch onderzoek. De eisen (criteria) omvatten vaak niet alleen elementen die deelname toestaan (inclusiecriteria) maar ook bijzonderheden die voorkomen dat iemand deelneemt (exclusiecriteria). e patiënten moeten ≥18 jaar oud zijn, lijden aan multipel myeloom en progressie of ongevoeligheid vertonen voor alle beschikbare conventionele behandelingen. Een prestatie-score van de Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) van 0 of 1 en laboratoriumwaarden binnen de studie zijn ook gespecificeerde vereiste criteria voor inclusie. Voor deel 3 is een minimum van 3 voorgaande lijnen vereist. Voor meer details zie protocol pagina 118 t/m 126.
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
1. ≥18 jaar oud.
2. Gedocumenteerde initiële diagnose van multipel myeloom volgens IMWG-diagnostische criteria (bijlage 8 van het protocol).
3. Personen die lijden aan multipel myeloom en progressie of ongevoeligheid vertonen voor alle beschikbare conventionele behandelingen (deel 1 en 2).Voor deel 3: personen die lijden aan multipel myeloom en reeds eerder minstens 3 voorgaande lijnen van therapie gehad hebben, deze lijnen bevatten minstens 1 PI, 1 IMiD, en een anti-CD38 monoklonaal antilichaam. Voor cohort A mogen patiënt niet blootgesteld zijn aan T cel redirection behandelingen, voor cohort B is dit wel verreist.
4. Een prestatie-score van de Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) van 0 of 1
5. Klinische laboratoriumwaarden bij screening: zie protocol pagina 120
6. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd moeten een negatieve zwangerschapstest hebben bij screening en voorafgaand aan de eerste dosis van het studiegeneesmiddel aangetoond met behulp van een sterk gevoelige zwangerschapstest in ofwel serum (β humaan choriongonadotrofine [β-hCG]) of urine. (Een vrouw wordt als vruchtbaar beschouwd na de menarche en totdat zij postmenopauzaal is, tenzij ze permanent onvruchtbaar is. Permanente sterilisatiemethoden omvatten hysterectomie, bilaterale salpingectomie en bilaterale ovariëctomie.
7. Vóór de eerste dosis van het studiegeneesmiddel:
Vrouwen die zwanger kunnen worden en vruchtbare mannen die seksueel actief zijn, moeten akkoord gaan met het gebruik van een zeer effectieve anticonceptiemethode (faalpercentage van <1% per jaar) vanaf het informed consent getekend is, tijdens de studie en gedurende 100 dagen na de laatste dosis van studiegeneesmiddel. Anticonceptie moet consistent zijn met de lokale voorschriften met betrekking tot het gebruik van anticonceptiemethoden voor proefpersonen die deelnemen aan klinische onderzoeken.
Wanneer een vrouw zwanger kan worden, is het volgende vereist:
• De patiënt moet instemmen met het toepassen van een zeer effectieve anticonceptiemethode (faalpercentage van <1% per jaar bij consequent en correct gebruik). Voorbeelden van zeer effectieve anticonceptiva zijn:
– gebruikersonafhankelijke methoden: implanteerbare hormoon-anticonceptie die alleen progestageen bevat en geassocieerd is met de remming van de ovulatie; spiraaltje; intra uterien hormoon-afgevend systeem; een gesteriliseerde partner;
– gebruikersafhankelijke methoden: gecombineerde (oestrogeen- en progestageenbevattende) hormonale anticonceptie geassocieerd met remming van de eisprong: oraal, intravaginaal en transdermaal; anticonceptie dat alleen het hormoon progestageen bevat en geassocieerd is met de remming van de ovulatie: oraal en injecteerbaar
Naast de zeer effectieve anticonceptiemethode, moet een man:
• Die seksueel actief is met een vrouw in de vruchtbare leeftijd ermee instemmen een anticonceptie-barrièremiddel te gebruiken (bijv. condoom met zaaddodend schuim/gel/film/crème/zetpil);
• Die seksueel actief is met een zwangere vrouw een condoom gebruiken
Mannen en vrouwen moeten afspreken om tijdens het onderzoek en gedurende 100 dagen na de laatste dosis van het studiegeneesmiddel geen eicellen (oöcyten, eicellen) of sperma te doneren.
Opmerking: als de vruchtbaarheid na het begin van de studie verandert of als het risico op een zwangerschap verandert, moet een vrouw beginnen met een zeer effectieve anticonceptiemethode, zoals beschreven in de Inclusiecriteria
Inclusiecriteria zijn de kenmerken die potentiële deelnemers moeten hebben om in aanmerking te komen voor deelname aan een klinisch onderzoek. Ze beschrijven de criteria voor de patiëntenpopulatie en patiëntenselectie. De inclusiecriteria (en exclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed zijn gedefinieerd, vergroten de inclusie- en exclusiecriteria de kansen dat het onderzoek betrouwbare resultaten oplevert. Ook beschermen ze de deelnemers tegen letsel en minimaliseren ze de risico's.
. Als de vruchtbaarheidsstatus twijfelachtig is, moet een aanvullende evaluatie worden overwogen. Opgemerkt moet worden dat de interactie tussen hormonale anticonceptie en JNJ-64407564 niet is onderzocht. Daarom is het onbekend of JNJ-64407564 de werkzaamheid van de anticonceptiemethode kan verminderen.
8. Een geïnformeerd toestemmingsformulier ondertekenen dat aangeeft dat hij of zij het doel en de procedures begrijpt die vereist zijn voor de studie, en bereid is om aan de studie deel te nemen. Toestemming moet worden verkregen vóór het starten van de studiegerelateerde testen of procedures die geen deel uitmaken van de standaardbehandeling voor de ziekte van de patiënt.
9. Bereid en in staat zijn om te voldoen aan de verbodsbepalingen en beperkingen die in dit protocol zijn vastgelegd.
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
1. Voorafgaande graad 3 CRS gerelateerd aan elke veranderde T-cel functie (bijv. CD-3 redirection technologie of CAR-T-cel therapie) of een eerdere GPRC5D-gerichte therapie.
2. Criteriium aangepast per Amendement 10. Voorafgaande antitumorbehandeling als volgt, voorafgaand aan de eerste dosis van het studiegeneesmiddel:
• Gen-gemodificeerde adoptieve celtherapie (bv. Chimeer antigeenreceptor gemodificeerde T-cellen, natural killer [NK] -cellen) binnen 3 maanden.
• Gerichte therapie, epigenetische therapie of behandeling met een studiegeneesmiddel of een invasief medisch studiemiddel binnen 21 dagen of ten minste 5 halfwaardetijden, naargelang welke het kortste duurt
• Monoklonale antilichaambehandeling voor multipel myeloom binnen 21 dagen.
• Cytotoxische therapie binnen 21 dagen.
• Proteasoomremmer therapie binnen 14 dagen.
• Therapie met een immuunmodulatoire stof binnen 7 dagen.
• Radiotherapie binnen 14 dagen. Als palliatieve focale radiotherapie gebruikt wordt, kan de patiënt in aanmerking komen, ongeacht de einddatum van de radiotherapie.
• Enkel voor deel 3
o Cohort A: bloodstelling aan een CAR-T or T cel redirectie therapie op eender welk moment
o Cohort B: T cel redirectie therapie binnen laatste 3 maand
3. Gevaccineerd met levend, verzwakt vaccin binnen 4 weken of zoals aanbevolen door de fabrikant van het product voorafgaand aan de eerste dosis, tijdens de behandeling of binnen 100 dagen na de laatste dosis Talquetamab.
4. Toxiciteiten van eerdere antikankertherapieën moeten zijn gereduceerd tot baseline-niveaus of tot graad 1 of minder, behalve voor alopecia of perifere neuropathie.
5. Ontvangst van een cumulatieve dosis corticosteroïden gelijk aan ≥140 mg prednison binnen de periode van 14 dagen vóór de eerste dosis van het studiegeneesmiddel (bijlage 10).
6. Stamceltransplantatie:
• Ontvangst van een eerder een allogene stamceltransplantatie binnen 6 maanden voor de eerste dosis studie medicate. Patienten met een allogene stamceltransplantatie moeten minimaal 6weken gestopt zijn met immunosuppresieve medicatie en vrij zijn van symptomen die wijzen op GVHD (Graft versus Host disease).
• Ontvangst van een autologe stamceltransplantatie ≤12 weken vóór de eerste dosis van het studiegeneesmiddel
7. Betrokkenheid van het centrale zenuwstelsel of vertoning van van klinische symptomen van meningeale betrokkenheid van multipel myeloom. Als één van beide wordt vermoed, is beeldvorming met magnetische resonantie (MRI) en lumbale cytologie vereist.
8. Plasmacelleukemie (>2,0 x109/l plasmacellen met standaarddifferentiaal), Waldenström's macroglobulinemie, POEMS-syndroom (polyneuropathie, organomegalie, endocrinopathie, monoklonaal eiwit [M-eiwit] en huidveranderingen) of primaire amyloide light chain (AL) amyloïdose.
9. Bekend als seropositief voor het humaan immunodeficiëntievirus of het verworven immunodeficiëntiesyndroom.
10. Hepatitis B-infectie zoals gedefinieerd volgens de richtlijnen van de American Society of Clinical Oncology. In het geval dat de infectiestatus onduidelijk is, is een bepaling van het kwantitatieve niveau nodig om de infectiestatus te bepalen (bijlage 11). Actieve hepatitis C-infectie zoals gemeten door positieve HCV-RNA-testen. Patiënten met een voorgeschiedenis van hepatitis C virus antilichaam positiviteit moeten HCV-RNA-testen ondergaan.
11. Verminderde longfunctie waarbij aanvullend zuurstofgebruik vereist is om voldoende verzadiging met zuurstof te behouden.
12. Bekend met allergieën, overgevoeligheid of intolerantie voor talquetamab of zijn actieve stoffen (zie de onderzoeksbrochure)
13. Elke ernstige onderliggende medische aandoening, zoals:
• Bewijs van ernstige actieve virale, bacteriële of ongecontroleerde systemische schimmelinfectie
• Actieve auto-immuunziekte of een gedocumenteerde geschiedenis van auto-immuunziekte
• Psychiatrische aandoeningen (bijvoorbeeld alcohol of drugsmisbruik), ernstige dementie, of veranderde mentale status
• Elke andere kwestie die het vermogen zou schaden van de potentiële deelnemer om de geplande behandeling op de onderzoekslocatie te ontvangen of te verdragen, of om de toestemmingsverklaring of een van de onderdelen hiervan te begrijpen, of wanneer, volgens de onderzoeker, deelname niet in het beste belang van de potentiële deelnemer zal zijn (bijvoorbeeld een compromis voor het welzijn), of een kwestie die de protocol-specifieke evaluaties zou kunnen voorkomen, beperken of in de war brengen.
Elke ernstige onderliggende medische aandoening, zoals:
• Bewijs van ernstige actieve virale, bacteriële of ongecontroleerde systemische schimmelinfectie
• Actieve auto-immuunziekte of een gedocumenteerde geschiedenis van auto-immuunziekte
• Psychiatrische aandoeningen (bijvoorbeeld alcohol of drugsmisbruik), dementie, of veranderde mentale status
• Elke andere kwestie die het vermogen zou schaden van de potentiële deelnemer om de geplande behandeling op de onderzoekslocatie te ontvangen of te verdragen, of om de toestemmingsverklaring of een van de onderdelen hiervan te begrijpen, of wanneer, volgens de onderzoeker, deelname niet in het beste belang van de potentiële deelnemer zal zijn (bijvoorbeeld een compromis voor het welzijn), of een kwestie die de protocol-specifieke evaluaties zou kunnen voorkomen, beperken of in de war brengen.
14. Zwangere of borstvoeding gevende vrouwen, of van plan zijn om zwanger te raken tijdens deelname in de studie of binnen 100 dagen na de laatste dosis van het studiegeneesmiddel.
15. Als man zijnde, een kind te willen verwekken terwijl hij aan dit onderzoek deelneemt of binnen 100 dagen na de laatste dosis van het studiegeneesmiddel.
16. Een grote operatie binnen 2 weken vóór de eerste dosis van het studiegeneesmiddel, geen volledig herstel van een operatie, een operatie die gepland staat gedurende deelname aan de studie of binnen 2 weken na de laatste dosis van het studiegeneesmiddel. (Opmerking: potentiële deelnemers met geplande chirurgische ingrepen die onder lokale anesthesie worden uitgevoerd, kunnen deelnemen).
Elke potentiële patient die aan 1 van de volgende criteria voldoet zal uitgesloten worden van deelname aan deel 3:
Beroerte of epileptische aanval binnen 6 maanden voorafgaand aan ondertekening van de ICF.
18. De volgende hartaandoeningen:
o Congestief hartfalen stadium III of IV van de New York Heart Association
o Myocardinfarct of coronaire bypass-graft (CABG) ≤6 maanden voorafgaand aan de start van de studie
o Voorgeschiedenis van klinisch significante ventriculaire aritmie of onverklaarde syncope, waarvan wordt aangenomen dat deze niet vasovagaal van aard is of als gevolg van uitdroging
o Geschiedenis van ernstige niet-ischemische cardiomyopathie.
19. Actieve maligniteiten (dwz progressie of verandering van behandeling in de laatste 24 maanden) behalve de ziekte die wordt behandeld tijdens de studie.
Dit is de eerste studie van JNJ-64407564; als zodanig is alleen voorlopige informatie beschikbaar met betrekking tot toxiciteiten geassocieerd met JNJ-64407564 bij mensen. De potentiële veiligheidsrisico's van JNJ-64407564 zijn gebaseerd op: 1) resultaten van niet-klinische studies; 2) werkingsmechanisme; 3) route van toediening 4) resultaten van de 131 personen die tot nu toe zijn behandeld met JNJ-64407564 (zie Sectie 1.8 in het protocol). Een risicobeoordeling kon niet worden uitgevoerd bij de cynomolgusaap vanwege slechte kruisreactiviteit met JNJ-64407564. In de cruciale GLP-toxiciteitsstudie van 1 maand om het potentiële gevaar met het surrogaatmolecuul JNJ-64024701 te karakteriseren, werden geen nadelige bevindingen opgemerkt tot 30 mg / kg (totaal van 4 wekelijkse doses). Samenvattend zijn enkele opmerkelijke bevindingen opgenomen: - onnadelige, voorbijgaande depletie in totale lymfocyten, consistent met de farmacologische eigenschappen van het medicijn - minimale toename van globulines en ongekleurde cellen tegen het einde van het onderzoek (Dag 23 tot 28). De beperkte farmacologische en toxicologische activiteit met het surrogaat molecuul, in doses die supra-fysiologisch worden beschouwd, wijst op een zeer beperkte doeldistributie in normale weefsels. Alles bij elkaar genomen, zouden de bevindingen met het surrogaatmolecuul moeten worden beschouwd in het licht van de technische beperkingen: het surrogaatmolecuul vertegenwoordigt niet volledig het studiemedicijn JNJ-64407564 en een gezonde aap heeft mogelijk een lagere doellast dan een patiënt met multipel myeloom. Bovendien, door het stimuleren van het endogene immuunsysteem is er potentieel voor toxische effecten op andere weefsels of organen. Als zodanig moet speciale aandacht worden gegeven aan zowel immunologische / immunogeniciteit gerelateerde toxiciteiten. Het therapeutische voordeel van het studiemedicijn is ook niet bij de mens vastgesteld. Gebaseerd op preklinische studies gericht op GPRC5D heeft JNJ-64407564 werkzaamheid aangetoond van het uitputten van meerdere myelomacellen in een in vitro cytotoxiciteitstest, en significant geremde en gereguleerde tumorgroei in xenograft knaagdiermodellen in vivo. Deze resultaten geven aan dat JNJ-64407564 van invloed kan zijn op de klinische uitkomsten voor patiënten met recidiverend of refractair multipel myeloom.
Tweewekelijkse dosis: De studie werd gestart met een tweewekelijks dosissschema waarbij JNJ 64407564 op dag 1 en 15 in elke 28-daagse cyclus werd toegediend. De dosisescalatie begon bij de op MABEL gebaseerde startdosis van 0,5 μg/kg. Evaluatie van de voorlopige tweewekelijkse farmacokinetische gegevens wees uit dat wekelijkse dosis ook moet worden onderzocht. Wekelijkse dosis: De wekelijkse dosis zal beginnen met het wekelijkse dosissschema. JNJ-64407564 zal op dag 1, 8 en 15 in elke 21-daagse cyclus worden toegediend. Dosisescalatie zal beginnen bij een dosissniveau waarvan tijdens de dosisescalatie voor de tweewekelijkse toediening is vastgesteld dat het veilig is. Een priming-dosissschema kan worden overwogen om geneesmiddelgerelateerde toxiciteit, zoals cytokine-afgiftesyndroom (CRS), te verminderen nadat één geval (dat wil zeggen, eerste incidentie) van een graad ≥2 CRS-gebeurtenis optreedt. Deze beslissing wordt bepaald door de SET. De eerste priming dosis zal worden gekozen op basis van nieuwe gegevens. Toevoeging 1 APRIL 2019: Met amendement 8 wordt een 2x per week schema geintroduceerd: De eerste dosis zal beginnen op een dosissniveau waarvan tijdens de dosisescalatie voor de wekelijkse toediening is vastgesteld dat deze veilig is. JNJ-64407564 zal op dag 1, 4, 8, 11, 15 en 18 worden gegeven in elke 21-daagse cyclus. Toevoeging 08 OCTOBER 2020: Voor deel 1 en 2: is er mogelijkheid voor een maandelijks doseringsschema Voor deel 3: zal er een wekelijkse subcutane dosisschema gevolgd worden. Talquetamab zal toegediend worden op dag 1, 8, 15 en 22 in elke 28-daagse cyclus Toevoeging 18Dec2020: update van de studie met IMPD dd Dec2020: toevoeging van tweede concentratie Talquetamab van 90 mg/mL naast de huidige concentratie van 10 mg/mL.
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.