The Commands Trial
Algemeen
Een open-label, gerandomiseerd fase 3-onderzoek ter vergelijking van de werkzaamheid en veiligheid van luspatercept (ACE-536) met die van epoëtine alfa voor de behandeling van anemie als gevolg van een bij IPSS-R-risicogroep ‘zeer laag’, ‘laag’ of ‘intermediair’ ingedeeld myelodysplastisch syndroom (MDS) bij ESA-naïeve proefpersonen die transfusies met rode bloedcellen nodig hebben.
- Leeftijd
- Enkel volwassenen
- Fase onderzoek
- Fase 3
- Bij diagnose
-
- Myelodysplastisch syndroom (MDS)
Primaire doelstelling: • het beoordelen van de werkzaamheid van luspatercept wat betreft de RBC-transfusieonafhankelijkheid (‘RBC transfusion independence’, RBC-TI gedurende 12 weken [84 dagen] met een bijbehorende gelijktijdige gemiddelde stijging in hemoglobine ≥ 1.5 g/dL) ten opzichte van die van epoëtine alfa voor de behandeling van anemie als gevolg van een bij IPSS-R-risicogroep ‘zeer laag’, ‘laag’ of ‘intermediair’ ingedeeld MDS bij ESA-naïeve proefpersonen die RBC-transfusies nodig hebben. Secundaire doelstellingen: • het beoordelen van de veiligheid en werkzaamheid van luspatercept ten opzichte van die van epoëtine alfa; • het beoordelen van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (HRQoL) en anemiegerelateerde uitkomstmaten (door middel van de kwaliteit-van-levenvragenlijst van de European Organization for Research and Treatment of Cancer [EORTC QLQ-C30] en de op anemie gerichte vragenlijst Functional Assessment of Cancer Therapy - Anemia [FACT-An]) bij met luspatercept behandelde proefpersonen ten opzichte van die bij met epoëtine alfa behandelde proefpersonen. • het beoordelen van de populatie farmacokinetiek en de relatie tussen blootstelling en respons voor luspatercept bij proefpersonen met MDS.
ACE-536-MDS-002 is een gerandomiseerd, open-label, actief gecontroleerd fase 3-onderzoek dat in meerdere onderzoekscentra wordt uitgevoerd. De primaire doelstelling van het onderzoek is het beoordelen van de RBC-TI in de twee behandelgroepen, de luspaterceptgroep en de epoëtine-alfagroep, voor de behandeling van anemie als gevolg van een bij IPSS-R-risicogroep ‘zeer laag’, ‘laag’ of ‘intermediair’ ingedeeld MDS bij ESA-naïeve proefpersonen die RBC-transfusies nodig hebben. Het onderzoek bestaat uit een screeningsperiode, een behandelperiode, en een opvolgingsperiode na de behandeling. Screeningsperiode: De screeningsprocedures dienen plaats te vinden in de 35 dagen voorafgaand aan de Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. (nadat de proefpersoon schriftelijk heeft ingestemd met deelname). Tijdens de screeningsperiode ondergaat de proefpersoon (veiligheids)beoordelingen om vast te stellen of de proefpersoon geschikt is voor deelname aan het gerandomiseerde onderzoek. Er vindt centrale beoordeling plaats van een uitstrijk van beenmergaspiraat, een uitstrijk van perifeer bloed en cytogenetische informatie, ter bevestiging van de diagnose ‘MDS’ op basis van het classificatiesysteem van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uit 2016 (Arber, 2016) en ter bepaling van de IPSS-R-risicogroep in de uitgangssituatie (Greenberg, 2012). Een beenmergbiopt hoeft alleen genomen te worden als er geen toereikend beenmergaspiraat verkregen kan worden. Van elke proefpersoon dient voor minimaal de 16 weken direct voorafgaand aan de dag van Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. , inclusief de dag van Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. zelf, de transfusiegeschiedenis beschikbaar te zijn. Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. : Via een centrale Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. procedure, waarbij gebruikgemaakt wordt van ‘Integrated Response Technology’ (IRT), worden geschikte proefpersonen in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd naar de luspaterceptgroep of de epoëtine-alfagroep. Bij de Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. vindt stratificatie plaats op basis van de RBC-transfusielast in de uitgangssituatie, de ringsideroblastenstatus (RS) in de uitgangssituatie, en de uitgangsconcentratie endogene erytropoëtine in het serum (sEPO). Behandelperiode: De eerste dosis onderzoeksproduct (‘investigational product’, IP) dient binnen 3 dagen na de Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. te worden toegediend. Voor beide behandelgroepen geldt dat naast de onderzoeksbehandeling gebruikgemaakt mag worden van de beste ondersteunende zorg (‘best supportive care’, BSC) als de onderzoeker dat klinisch aangewezen acht. Tot de beste ondersteunende zorg wordt onder andere gerekend zo nodige behandeling met transfusies, antibiotica, antivirale middelen en/of antimycotica, en voedingsondersteuning. Niet tot onderzoeksbehandeling behorende ESA’s mogen bij dit onderzoek niet worden gebruikt als onderdeel van de beste ondersteunende zorg. Elke proefpersoon dient het IP ten minste te gebruiken tot het MDS-beoordelingsbezoek in week 24, dat staat ingepland voor dag 169, tenzij de proefpersoon last krijgt van onaanvaardbare toxiciteiten, zijn of haar toestemming intrekt, of voldoet aan een ander criterium voor stopzetting van de behandeling. De MDS-beoordeling (paragraaf 6.4.2) die plaatsvindt op dag 169 (en vervolgens elke 24 weken [dus op dag 337, dag 505 enz.]), bestaat uit een door de onderzoeker uitgevoerde beoordeling van het klinisch voordeel van het IP en de status van de onderliggende aandoening. Om na de MDS-beoordeling te mogen doorgaan met de behandeling, moet bevestigd worden dat bij de proefpersoon sprake is van elk van de volgende twee criteria: • aantoonbaar klinisch voordeel gedefinieerd als een transfusie afname van ≥ 2 pRBC eenheden/8 weken in vergelijking met baseline (gedurende een periode van 8 opeenvolgende weken tijdens de 12 weken onmiddellijk voorafgaand aan Dag 169 en elke 24 weken daarna [bv. Dag 337, Dag 505, enz.]). • afwezigheid van ziekteprogressie volgens de International Working Group (IWG)-criteria voor veranderingen in het natuurlijke beloop van MDS (Cheson, 2006), op basis van centrale morfologische beoordeling van beenmerg, perifeer bloed en cytogenetische informatie. Op basis van de resultaten van deze beoordelingen wordt besloten of proefpersonen de behandeling met hun IP moeten stopzetten, de evaluaties in het kader van beëindiging van de behandeling dienen te ondergaan en vervolgens kunnen beginnen met de opvolgingsperiode na de behandeling, of de open-labelbehandeling met het aan hen toegewezen IP kunnen voortzetten zolang ze aan de bovenstaande criteria blijven voldoen of totdat ze last krijgen van onaanvaardbare toxiciteiten, hun toestemming intrekken of voldoen aan een ander criterium voor stopzetting. Opvolgingsperiode na de behandeling: Alle proefpersonen die ten minste één IP-dosis hebben gekregen, dienen de evaluaties te ondergaan die plaatsvinden in het kader van beëindiging van de behandeling (‘End of Treatment’, EOT visit) en in het kader van de opvolging na 42 dagen. Bij deze evaluaties worden onder andere gegevens verzameld over eventuele bijwerkingen (‘adverse events’, AE’s), gelijktijdige medicatie en RBC-transfusies (tot 8 weken na de laatste IP-dosis of het bezoek bij beëindiging van de behandeling [EOT-bezoek], waarbij het moment dat zich als laatste voordoet wordt aangehouden). Daarnaast worden de proefpersonen gedurende 5 jaar vanaf de datum van de eerste IP-dosis of gedurende 3 jaar na de laatste dosis (wat er zich het laatste voordoet) opgevolgd voor controle op andere maligniteiten/premaligniteiten en progressie naar AML, verzameling van gegevens over eventuele later ondergane behandelingen tegen MDS, en beoordeling van de algehele overleving. Deze opvolging gaat door totdat proefpersonen hun toestemming voor onderzoeksdeelname intrekken, overlijden of niet meer bereikbaar zijn voor opvolging. Daarvoor worden proefpersonen na behandeling gedurende 3 jaar na de dag van de laatste IP-dosis elke 12 weken opgevolgd en daarna elke 6 maanden, indien van toepassing. Bij sommige proefpersonen kan het nodig zijn om tijdens de opvolgingsperiode na de behandeling een of meerdere monsters te nemen voor controle op antilichamen tegen het geneesmiddel luspatercept (‘antidrug antibodies’, ADA’s). Dit is het geval bij aan de luspaterceptgroep toegewezen proefpersonen die met de behandelperiode stoppen voordat zij 1 jaar lang ADA-controles hebben ondergaan en die op het moment van stopzetting van de behandeling ADA-positief blijken te zijn.
- Onderzoeksgebied
- Therapeutisch, Veiligheid, Anders, Farmacokinetiek
- Soort onderzoek
- Interventie-onderzoek Een interventioneel onderzoek is een onderzoek waarin bij de deelnemers een interventie wordt uitgevoerd, zoals een nieuw geneesmiddel, om deze te beoordelen. Tijdens het ontwikkelingsproces van geneesmiddelen worden geneesmiddelen beoordeeld door interventionele onderzoeken, ook bekend als klinische onderzoeken. Klinische onderzoeken kunnen op veel manieren worden opgezet, maar ze zijn doorgaans gerandomiseerd (deelnemers worden willekeurig ingedeeld in verschillende armen in het onderzoek) en gecontroleerd (het onderzoeksmiddel wordt aan de ene arm gegeven en de uitkomsten worden vergeleken met een andere behandeling of placebo gegeven in een andere arm). Dit worden gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken of RCT's ('randomised controlled trials') genoemd.
Onderzoekspopulatie
In het onderzoek zullen 350 patienten worden ingeschreven. Volwassen proefpersonen (≥18 jaar) met anemie als gevolg van een bij IPSS-R-risicogroep ‘zeer laag’, ‘laag’ of ‘intermediair’ ingedeeld MDS volgens de WHO 2016-classificatie en een blastenpercentage <5% in het beenmerg (Arber, 2016; Greenberg, 2012) die ESA-naïef zijn, een endogene sEPO-concentratie <500 eenheden/l hebben en RBC-transfusies nodig hebben (d.w.z. bevestigd gebruik van 2 tot 6 pRBC-eenheden/8 weken gedurende minimaal 8 weken direct voorafgaand aan de Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. ). Bij ten minste 40% maar niet meer dan 60% van de gerandomiseerde proefpersonen dient sprake te zijn van een positieve ringsideroblasten status. De inschrijving van proefpersonen wordt gemaximeerd op basis van de RS-status, teneinde te zorgen voor een goed evenwicht tussen RS-positieve en RS-negatieve proefpersonen in de behandelgroepen. Een positieve ringsideroblastenstatus (RS+-status) in de uitgangssituatie wordt gedefinieerd als een situatie waarbij de erytroïde voorlopercellen in het beenmerg voor ≥15% uit ringsideroblasten bestaan, of waarbij de erytroïde voorlopercellen in het beenmerg voor ≥5% (maar <15%) uit ringsideroblasten bestaan in het geval er sprake is van een SF3B1-mutatie. Daarnaast is er een vereist minimum percentage van proefpersonen met een endogene sEPO concentratie van > 200 eenheden/L (bv. ten minste 25% van deze proefpersonen zullen worden gerandomizeerd) om ervoor te zorgen dat de verdeling van deze parameter consistent is met die gerapporteerd in de literatuur voor deze patiëntenpopulatie.
Inclusiecriteria: Je mag meedoen als
1. De proefpersoon is ten tijde van het ondertekenen van het toestemmingsformulier (‘informed consent form’, ICF) ≥18 jaar oud. , 2. De proefpersoon begrijpt het ICF en heeft het vrijwillig ondertekend voordat er onderzoeksgerelateerde beoordelingen/procedures plaatsvinden. , 3. De proefpersoon is bereid en in staat zich te houden aan het schema van onderzoeksbezoeken en te voldoen aan de andere in het protocol vastgelegde vereisten., 4. De proefpersoon heeft een gedocumenteerde diagnose van MDS in overeenstemming met de WHO 2016-classificatie (paragraaf 6.1.1, bijlage B), en zijn/haar MDS is ingedeeld bij IPSS R-risicogroep (Greenberg, 2012) ‘zeer laag’, ‘laag’ of ‘intermediair’ en gaat gepaard met:
• <5% blasten in het beenmerg., 5. De proefpersoon heeft een concentratie endogene erytropoëtine in het serum (sEPO) <500 eenheden/l., 6. De proefpersoon heeft RBC-transfusies nodig, zoals blijkt uit gedocumenteerde aanwezigheid van de volgende criteria (paragraaf 6.1.2):
• een bevestigde transfusiebehoefte van 2-6 pRBC-eenheden/8 weken gedurende minimaal 8 weken direct voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
., Het hemoglobinegehalte ten tijde van of binnen 7 dagen vóór een RBC-transfusie moet ≤9,0 g/dl (5.6 mmol/L) zijn geweest en gepaard zijn gegaan met symptomen van anemie (of moet bij afwezigheid van symptomen ≤7 g/dl [4.3 mmol/L] zijn geweest) om de transfusie te laten meetellen voor dit inclusiecriterium. RBC-transfusies die hebben plaatsgevonden wanneer het hemoglobinegehalte >9,0 g/dl (of bij afwezigheid van symptomen >7 g/dl) was en/of RBC-transfusies die hebben plaatsgevonden vanwege electieve chirurgie, een infectie of een bloeding, worden niet meegeteld voor de als inclusiecriterium en stratificatiefactor gebruikte transfusiebehoefte.
Het hemoglobinegehalte na de laatste RBC-transfusie voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
moet <11,0 g/dl bedragen (6.8 mmol/L) (volgens centrale of lokale analyse)., 7. De proefpersoon scoort op de beoordelingsschaal van de Eastern Cooperative Oncology Group (ECOG) een 0, 1 of 2., 8. Voor vrouwelijke proefpersonen die zwanger kunnen worden, gedefinieerd als geslachtsrijpe vrouwelijke proefpersonen die: , 1) geen hysterectomie of bilaterale oöforectomie hebben ondergaan of 2) niet al minimaal 24 opeenvolgende maanden door natuurlijke oorzaak (amenorroe als gevolg van kankertherapie of amenorroe door andere medische redenen sluit vruchtbaarheid namelijk niet uit) postmenopauzaal zijn (m.a.w. vrouwelijke proefpersonen die op enig moment tijdens de voorgaande 24 opeenvolgende maanden hebben gemenstrueerd), gelden de volgende voorwaarden:, • zij moeten voorafgaand aan de start van hun onderzoeksbehandeling twee zwangerschapstesten ondergaan, die een door de onderzoeker geverifieerde negatieve uitslag moeten opleveren (tenzij de als onderdeel van de screening uitgevoerde zwangerschapstest is uitgevoerd in de 72 uur voorafgaand aan het bezoek op dag 1 van week 1). Zie paragraaf 6.1.14 voor aanvullende bijzonderheden. Ook moeten zij ermee instemmen om gedurende het onderzoek en na het einde van de onderzoeksbehandeling verdere zwangerschapstesten te ondergaan;, • indien zij seksueel actief zijn, moeten zij instemmen met, en in staat zijn zich te houden aan, onafgebroken gebruik van uiterst effectieve anticonceptie in de 5 weken voorafgaand aan de behandeling met het onderzoeksproduct, tijdens de onderzoeksbehandeling (ook tijdens dosisonderbrekingen), en in de 12 weken na beëindiging van de onderzoeksbehandeling. , 9. Voor mannelijke proefpersonen gelden de volgende voorwaarden:
• zij moeten totale onthouding toepassen (die vóór iedere toediening van IP of maandelijks [bijv. in geval van uitstel van de toediening] moet worden beoordeeld) of instemmen met het gebruik van een condoom (gemaakt van latex of latexvrij, maar niet gemaakt van schapendarm) tijdens seksueel contact met een zwangere vrouw of een vrouw die zwanger kan worden, gedurende hun deelname aan het onderzoek, tijdens dosisonderbrekingen en gedurende ten minste 12 weken na beëindiging van het gebruik van het onderzoeksproduct, zelfs als zij een geslaagde vasectomie hebben ondergaan.
Exclusiecriteria: Je mag niet meedoen als
1. De proefpersoon heeft een van de volgende behandelingen ondergaan:
• behandeling met erytropoësestimulerende middelen (ESA’s)
proefpersonen mogen gerandomizeerd worden volgens het oordeel van de onderzoeker, afhankelijk van het feit of de proefpersoon niet meer dan 2 doses epoetin alfa heeft gekregen (eerdere behandeling met darbepoetin wordt niet geaccepteerd voor deelname aan de studie). Laatste dosis epoetin alfa ≥ 8 weken vanaf de datum van randomizatie. Bloedmonster voor het bepalen van de endogene sEPO waarde (centraal laboratorium) voor stratificatie moet afgenomen zijn binnen 5 dagen vanaf randomizatie, tenzij een eerder bloedmonster voor screening (dat is geanalyseerd door het centraal laboratorium) een sEPO waarde ≤ 500 U/L laat zien.
• behandeling met granulocyt-koloniestimulerende factor (‘granulocyte colony-stimulating factor’, G-CSF) of granulocyt-macrofaag-koloniestimulerende factor (‘granulocyte-macrophage colony-stimulating factor’, GM-CSF), tenzij ter behandeling van febriele neutropenie;
• behandeling met middelen die het ziektebeloop beïnvloeden (bijv. immunomodulerende geneesmiddelen [‘immune-modulatory drugs’, IMiD’s, zoals lenalidomide]):
als de proefpersoon ≤1 week met een ziektebeloop beïnvloedend middel behandeld is ≥8 weken voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
, mag hij/zij echter wel worden gerandomiseerd, ter beoordeling van de onderzoeker;
• behandeling met hypomethylerende middelen:
als de proefpersoon niet meer dan 2 doses van een hypomethylerend middel heeft gekregen, mag hij/zij wel worden gerandomiseerd, ter beoordeling van onderzoeker. De laatste dosis moet dan wel ≥8 weken voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
zijn toegediend;
• behandeling met luspatercept (ACE-536) of sotatercept (ACE-011);
• immunosuppressieve therapie voor MDS;
• hematopoëtische stamceltransplantatie.
2. De proefpersoon heeft MDS waarbij sprake is van de cytogenetische afwijking del(5q) of MDS dat volgens het WHO 2016-classificatiesysteem niet te classificeren is (aangemerkt als ‘MDS-U’).
3. De proefpersoon heeft volgens het WHO 2016-classificatiesysteem myelodysplastische/myeloproliferatieve neoplasmata (MDS/MPN) (d.w.z. chronische myelomonocytaire leukemie [CMML], atypische chronische myeloïde leukemie [aCML], BCR-ABL12, juveniele myelomonocytaire leukemie [JMML], MDS/MPN met ringsideroblasten en trombocytemie [MDS/MPN-RS-T] of niet te classificeren MDS/MPN).
4. De proefpersoon heeft secundair MDS, d.w.z. MDS waarvan bekend is dat het is ontstaan als gevolg van chemisch letsel of behandeling met chemotherapie en/of bestraling voor andere ziekten.
5. Bij de proefpersoon is sprake van bekende klinisch significante anemie als gevolg van ijzer-, vitamine B12- of folaatdeficiëntie, of auto-immuun- of erfelijke hemolytische anemie, of hypothyreoïdie, of enige bekende klinisch significante bloeding of sekwestratie. De proefpersoon heeft anemie als gevolg van gebruik van geneesmiddelen (bijv. mycofenolaat):
• aanwezigheid van ijzerdeficiëntie wordt bepaald op basis van een serumferritinespiegel <100 µg/l en aanvullend onderzoek indien klinisch aangewezen (bijv. berekende transferrineverzadiging [ijzer/totale ijzerbindende capaciteit ≤20%], of ijzerkleuring van een beenmergaspiraat).
6. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van gediagnosticeerde AML.
7. De proefpersoon heeft een van de volgende behandelingen ondergaan in de 8 weken voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
:
• behandeling met een cytotoxisch(e) chemotherapeuticum/chemotherapie tegen kanker;
• behandeling met een corticosteroïde, behalve voor proefpersonen op een stabiele of afnemende dosis gedurende ≥1 week voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
voor andere medische aandoeningen dan MDS;
• behandeling met ijzerchelerende middelen, behalve voor proefpersonen op een stabiele of afnemende dosis gedurende ten minste 8 weken voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
;
• behandeling met andere hematopoëtische groeifactoren die de aanmaak van rode bloedcellen stimuleren (bijv. interleukine-3);
• behandeling met androgenen, tenzij ter behandeling van hypogonadisme;
• behandeling met hydroxyureum;
• behandeling met orale retinoïden (retinoïden voor lokaal gebruik uitgezonderd);
• behandeling met arseentrioxide;
• behandeling met interferon en interleukinen;
• behandeling met een experimenteel genees- of hulpmiddel, of experimenteel gebruik van een goedgekeurde behandeling (als 5 keer de halfwaardetijd van het gebruikte experimentele geneesmiddel langer is dan 8 weken, dient de als exclusiecriterium gehanteerde termijn te worden verlengd tot 5 keer de halfwaardetijd van dat experimentele geneesmiddel).
8. De proefpersoon heeft ongecontroleerde hypertensie, gedefinieerd als herhaaldelijke verhogingen van de systolische bloeddruk (‘systolic blood pressure’, SBP) tot ≥150 mmHg en/of van de diastolische bloeddruk (‘diastolic blood pressure’, DBP) tot ≥100 mmHg ondanks adequate behandeling.
9. Bij de proefpersoon is sprake van een of meer van de volgende afwijkende laboratoriumwaarden:
• absoluut aantal neutrofiele granulocyten (‘absolute neutrophil count’, ANC) <500/μl (0,5 x 109/l);
• aantal trombocyten <50.000/μl (50 x 109/l);
• geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (‘estimated glomerular filtration rate’, eGFR) <40 ml/min/1,73 m2 (zie appendix F in het protocol);
• serumaspartaataminotransferase (ASAT) of alanineaminotransferase (ALAT) ≥3,0 x de bovengrens van normaal (‘upper limit of normal’, ULN);
• totaal bilirubine ≥2,0 x ULN:
hogere gehalten zijn acceptabel als deze kunnen worden toegeschreven aan actieve vernietiging van voorlopers van rode bloedcellen in het beenmerg (d.w.z. inefficiënte erytropoëse) of als er sprake is van een bekende voorgeschiedenis van het syndroom van Gilbert.
10. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van maligniteiten, anders dan MDS, tenzij de proefpersoon al ≥5 jaar lang vrij van de betreffende maligniteiten is. Proefpersonen met de volgende voorgeschiedenis/comorbiditeiten mogen echter wel worden gerandomiseerd:
• basaal- of plaveiselcelcarcinoom van de huid;
• carcinoma in situ van de cervix;
• carcinoma in situ van de borst;
• incidentele histologische bevinding duidend op prostaatkanker (T1a of T1b volgens de TNM-classificatie voor klinische stadiëring [TNM staat voor ‘tumor, nodes, metastasis’, oftewel primaire tumor, lymfeklieren en Metastase
Metastase (of uitzaaiing) is de verspreiding van tumorcellen vanuit de oorspronkelijke locatie (de primaire locatie) naar een ander deel van het lichaam. Tumoren kunnen metastaseren (uitzaaien) door nabijgelegen weefsel binnen te dringen of door zich te verspreiden via de circulatie (bloed en lymfestelsel).
n]).
11. De proefpersoon heeft of zal een grote operatie ondergaan in de 8 weken voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
. Proefpersonen moeten vóór de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
volledig zijn hersteld van ondergane operaties.
12. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van cerebrovasculair accident (CVA; waaronder ischemisch, embolisch en hemorragisch CVA), diep-veneuze trombose (DVT; waaronder proximale en distale DVT), arteriële of longembolie, arteriële trombose of andere veneuze trombose in de 6 maanden voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
.
NB: een doorgemaakte oppervlakkige tromboflebitis is geen exclusiecriterium;
13. De proefpersoon heeft voor het eerst opgetreden of slecht gecontroleerde insulten doorgemaakt in de 12 weken voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
.
14. De proefpersoon heeft een of meer van de volgende hartaandoeningen doorgemaakt in de 6 maanden voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
: myocardinfarct, ongecontroleerde angina pectoris, acuut gedecompenseerd hartfalen of hartfalen van klasse III-IV volgens de classificatie van de New York Heart Association (NYHA), of ongecontroleerde aritmie, zoals bepaald door de onderzoeker. Van de proefpersoon is bekend dat hij/zij een ejectiefractie ˂35% heeft, bevestigd door middel van een hartecho (echocardiogram) of ‘multi-gated acquisition’-scan (MUGA-scan) die lokaal gemaakt is in de 6 maanden voorafgaand aan de Randomisatie
Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen.
.
15. De proefpersoon heeft een ongecontroleerde systemische infectie met een schimmel, bacterie of virus (gedefinieerd als aanhoudende met de infectie verband houdende tekenen/symptomen die niet afnemen ondanks gebruik van geschikte antibiotica, antivirale therapie en/of andere behandeling).
16. Bij de proefpersoon is sprake van een bekende infectie met humaan immunodeficiëntievirus (hiv), bekende aanwijzingen voor actieve infectieuze hepatitis B en/of bekende aanwijzingen voor actieve hepatitis C. Bepaling van HIV, Hepatitis B, en Hepatitis C in het lokaal laboratorium dient niet langer dan 4 weken voor het tekenen van informed consent te zijn uitgevoerd.
17. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van ernstige allergische of anafylactische reacties op of overgevoeligheid voor recombinante eiwitten of hulpstoffen in luspatercept (zie de Investigator’s Brochure).
18. Van de proefpersoon is bekend dat hij/zij overgevoelig is voor de werkzame stof of een van de hulpstoffen in epoëtine alfa.
19. De proefpersoon heeft een voorgeschiedenis van erytrocytaire aplasie (‘pure red cell aplasia’, PRCA) en/of antilichamen tegen erytropoëtine.
20. De proefpersoon is een vrouw die zwanger is of borstvoeding geeft.
21. De proefpersoon heeft een significante medische aandoening, afwijkende laboratoriumwaarde, psychiatrische ziekte of wordt volgens de lokale regelgeving als kwetsbaar aangemerkt (bijv. in geval van detentie of opname in een inrichting), en mag als gevolg daarvan niet deelnemen aan het onderzoek.
22. De proefpersoon heeft een aandoening, waartoe ook afwijkende laboratoriumwaarden gerekend worden, die bij deelname aan het onderzoek een onaanvaardbaar risico voor de proefpersoon zou opleveren.
23. De proefpersoon heeft een aandoening of krijgt gelijktijdige medicatie die de interpretatie van gegevens uit het onderzoek kan verstoren.
ECG beenmerg aspiratie/biopsie bloedafnames Vragenlijsten lichamelijk onderzoek Urineanalyse De onderzoeksbehandelingen kunnen risico's of bijwerkingen met zich meebrengen Risico's en bijwerkingen van epoëtine alfa: Zeer vaak (≥ 10%) gerapporteerde bijwerkingen bij proefpersonen: Deze kunnen optreden bij meer dan 1 op de 10 mensen. • Diarree • Misselijkheid • Overgeven • Koorts • Verstopte luchtwegen, zoals verstopte neus en keelpijn, is gerapporteerd bij patiënten met nierziekte die nog niet gedialyseerd werden Vaak (≥ 1% en < 10%) gerapporteerde bijwerkingen bij proefpersonen: Deze kunnen voorkomen bij maximaal 1 op de 10 mensen • Stijging van de bloeddruk (hoofdpijn, vooral plotselinge stekende migraineachtige hoofdpijn, verwardheid of toevallen) kunnen een teken zijn van plotselinge bloeddrukstijging. Dit moet met spoed worden behandeld. Voor hoge bloeddruk kan behandeling met medicatie noodzakelijk zijn ([of aanpassing van geneesmiddelen die u al gebruikt voor hoge bloeddruk]) • Bloedproppen (met inbegrip van diepveneuze trombose en embolie) waarvoor onmiddellijke behandeling vereist is. De symptomen die u kunt krijgen zijn pijn op de borst, kortademigheid en pijnlijke zwellingen en roodheid, meestal in de benen • Hoesten • Huiduitslag, die een gevolg kan zijn van een allergische reactie • Bot- of spierpijn • Griepachtige symptomen (zoals hoofdpijn, pijnlijke en gevoelige gewrichten, slap gevoel, rillingen, vermoeidheid en duizeligheid. Deze komen waarschijnlijk vaker voor aan het begin van de behandeling) • Roodheid, brandend gevoel en pijn op de prikplaats • Opgezette enkels, voeten of vingers • Pijn in armen of benen Risico's en bijwerkingen van Luspatercept: Zeer vaak (≥ 10%) gerapporteerde bijwerkingen bij proefpersonen: • Infectie van neus en keel (virale infectie van de bovenste luchtwegen) • Hoofdpijn • Vermoeidheid • Hoesten • Diarree • Kortademigheid (dyspneu) • Verhoogde bloeddruk (hypertensie) • Gewrichtspijn • Opgezette armen en/of benen (perifeer oedeem) • Longinfecties (longontsteking), Infectie van de blaas (urineweginfectie). Minder vaak (≥ 5% en < 10%) gerapporteerde bijwerkingen bij proefpersonen met MDS staan hieronder vermeld: • Spierpijn • Botpijn, Rugpijn, Gewichtsverlies • Borstkasinfecties (bronchitis), Kortademigheid bij lichamelijke inspanning, Zwak voelen (asthenie), Griep, In de put zitten (depressie), • Buikpijn (maagstreek) • Bloedneus • Duizelig gevoel • Vallen, Lage Vitamine B waarden in het bloed, Moeite met lopen of vreemd lopen • Misselijkheid • Infectie in de mond • Koorts • Flauwvallen, Myelodysplastisch Syndrooe, Lage waarden van rode bloedcellen in uw bloed waardoor u zich zwak of moe kan voelen (anemie), Pijn, Rugpijn en pijn in de benen (ischias), Uitslag, Snelle hartslag (tachycardia), Lage waarden van bloedplaatjes in uw bloed wat snel blauwe plekken of bloeden kan veroorzaken (thrombocytopenie), Toename van afbraakproducten van rode bloedcellen in uw bloed (bloed bilirubine toename), Vergrote milt (splenomegalie).
Geschikte proefpersonen worden via een centrale Randomisatie Randomisatie is een methode voor indelen of selecteren zonder gebruikmaking van een systeem. Het is zuiver willekeurig (bepaald door het toeval). In klinische onderzoeken worden deelnemers gewoonlijk willekeurig in verschillende armen van het onderzoek ingedeeld (bijvoorbeeld voor toediening van het onderzoeksmiddel of voor placebo). Dit is een bepalend onderdeel van het gerandomiseerde gecontroleerde onderzoek ('randomised controlled trial', RCT). Randomisatie in klinische onderzoeken houdt in dat elke deelnemer een gelijke kans heeft in een van de armen van het onderzoek te worden ingedeeld. Het is een belangrijke methode om het risico van vertekening (bias) in de uitkomsten van het onderzoek te verlagen. procedure, waarbij gebruikgemaakt wordt van ‘Integrated Response Technology’ (IRT), in een verhouding van 1:1 gerandomiseerd naar een van de onderstaande behandelgroepen: • experimentele groep: luspatercept (ACE-536): in een aanvangsdosis van 1,0 mg/kg elke 3 weken (21 dagen; q3w) via subcutane injectie. Na de aanvangsdosis kan de dosis stapsgewijs worden verhoogd, tot een doseringsniveau van 1,33 mg/kg en een maximaal doseringsniveau van 1,75 mg/kg (met een maximale totale dosis van 168 mg); • controlegroep: epoëtine alfa (EPREX® of PROCRIT®): in een aanvangsdosis van 450 IE/kg (met een maximale totale aanvangsdosis van 40.000 IE) eenmaal per week (7 dagen; qw) via subcutane injectie. Na de aanvangsdosis kan de dosis stapsgewijs worden verhoogd, tot een doseringsniveau van 787,5 IE/kg en een maximaal doseringsniveau van 1.050 IE/kg (met een maximale totale dosis van 80.000 IE). De individueel, op basis van het lichaamsgewicht berekende epoëtine-alfadosis wordt naar boven toe afgerond: op het volgende veelvoud van 2.000 IE voor de aanvangsdosis en voor doseringsniveau -1; en op het volgende veelvoud van 4.000 IE voor doseringsniveau +1 en doseringsniveau +2 waarbij de op basis van het lichaamsgewicht berekende dosis hoger dan 56.000 IE blijkt te zijn. Tijdens de behandelperiode is cross-over tussen de behandelgroepen niet toegestaan.
Mijn overzicht
Hier vind je een overzicht van de door jou bewaarde studies. Zo maak je eenvoudig een lijstje van onderzoeken die voor jou relevant zijn. Ook kun je ervoor kiezen om in één keer een samenvatting van al je geselecteerde onderzoeken te printen.